VOGEL- VRIJ (verhaal uit de bundel “De Dierenrepubliek”)
Wat is het perspectief
van een “vrije vogel des velds” als hij het slachtveld overvliegt?
Walgt hij of zij
van de stank der gebroken ledematen van mens en dier, broederlijk verenigd in
de gezamenlijke dood, samengesmolten als vetklompen in modder, slijk en
prikkeldraad?
Kan de vogel met
zijn piepkleine oog de ratten zien, laat staan de luizen in de loopgraven die
zich te pletter eten op het festijn van zowel afgestorven als nog steeds
levende lichamen?
Of zijn deze
vragen overbodig voor wie de nacht verbindt met de dageraad?
En de liefde
bezingt voor dood en omgekeerd?
De mens aan de
macht; hij haat de vogel in de lucht!
Hij benijdt de
vrijheid van de overbruggende vogel en de vrije mens die zich niet schikt aan
wetten, dwangbevelen en gezag wordt dan maar “vogelvrij” verklaard.
Er staat een
prijs op zijn hoofd. Hij moet gevangen genomen worden. So he becomes a jail bird.
Verschrikkelijke
analogie en getuige in taal van de afgunst en de haat tegenover de vrije vogel.
“Robin des Bois” was a Robin, you know.
Waarom valt mij
dit nu pas op, na meer dan 60 jaar van menselijke brainwashing? Het antwoord
ligt besloten in de vraagstelling.
“Vogeltje, gij zijt gevangen en in een kotteke zult
gij hangen”.
De
onbeschrijfelijke wreedheid van een kinderwijsje. Ik zong het als kind omdat ik
het deuntje leuk vond, dacht niet na (hoe kon ik toen?) bij de betekenis van de
woorden maar zelfs veel later vond ik het overbodig om terug te keren naar de
verscholen boodschappen van “les chansons
de ma jeunesse innocente”,
naar die
verpletterende vernauwing van een opgedrongen realiteit die er in feite geen
is, behalve voor bekrompen machtszoekers en beoefenaars allerhande.
“Ik besta, dus gij gaat hangen” of in
zijn ver(p)lichte vorm “ik stop de
vrijheid in een vogelkooi AKA de
gevangenis”.
Ik herinner me
een Turkse film waarbij een Koerdische man in de gevangenis terecht komt voor
een onzinnige reden en hij laat dan zijn gezel, een zangvogel in kooi,
ontsnappen door de tralies van zijn eigen cel. Haast janken deed ik toen omwille
van de symboliek. Nu dijk ik mijn tranen niet langer in maar laat ze de vrije
loop. Het wenen is het privilege van het ouder worden.
Met daarbij de
prangende vraag hoe je de vrije traan kunt gevangen nemen of houden?
Water ontsnapt
steeds opnieuw via de kleinste opening. Je hebt geen tsunami of dijkbreuk nodig
om dit “mirakel” te verwezenlijken.
Het gebeurt
steeds opnieuw, spontaan, oncontroleerbaar ook.
Ik moet steeds
het nat uit mijn ogen wrijven en toch blijft het oude wijven regenen. Ik kan ze
niet verbannen of uitzetten als ongewenste vreemdelingen.
Ik word wakker
in mijn eigen snot en kwijl en het sop van de eigen ogen.
Hoe expulseer je
jezelf?
Het oog van de
vogel, het vogel-perspectief, het perspectief van de vogel die dat van de
mechanische camera ruimteloos overtreft.
Het oog van de
vogel heeft geen nood aan batterijen.
Het herlaadt
zichzelf niet.
Het heeft daar
geen behoefte aan.
Het sterft met
de indruk van het laatste licht van het slachthuis op zijn sluitende
zieltogende iris.
Dood hoeft niet per
sé een vernauwing te zijn maar kan een nieuwe opening inluiden via andere
zintuigen dan het oog van de stervende woestijnroos.
Ondertussen gaat
het aloude volksvermaak van “vinken vangen” om ze in piepkleine kooien te
stoppen verder tussen Vlaamse pot en pint.
Wie deze vorm
van vogel-slavernij overleeft, kan “verplicht zingen” in wedstrijden naast de
zeekanalen des doods en wie het mooiste kweelt, verdient een prijs voor de
eigenaar van de vogel-slaaf.
En U, madam,
meneer, vraagt mij waarom ik ¨¨¨%%µµµ.::ççç??£££
!!!
(brul als een
kwade aap, dus).
A.
Marti,
augustus 2014
PS
Boze
lezersbrief in gazet DE PATRIOT van een zekere Frederik Noske:
Jullie beroven ons van de laatste plezierkes die ons
resten zoals de vinkenslag. De mens wordt gefolterd door zijn medemens sinds
eeuwig. Hij kan dit compenseren door dit te herhalen op de dieren want ten
slotte zijn de beesten daarmee begonnen. Een kind rukt de vleugels van een
vlinder uit omdat a) het toch maar een stomme rups is en b) de overleving van
de levensbedreigende dinosaurus. Elke compensatie voor onze ellende is een weg
naar vrede. Oorlog is nodig omdat het de oorlog kan beëindigen. Vogels horen
thuis in nauwe gevangeniscellen want verbeelden per definitie de oorlogsmoeheid
in plaats van te getuigen de broodnodige oorlogsmoed…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten