poems, some rants and art work from the dispatcher of signs and stones and editor of FRIOUR magazine
Zoeken in deze blog
Guido Vermeulen's mail art envelopes are like worlds into themselves and at the same time they are part of the much larger whole.
Thank you for the TALISMAN painting on the envelope. It is real cool and creepy at the same time. I haven’t seen a piece of abstract capture such as pain and emotion so well since I visited the museum of art in Toledo. Bravo!
(a comment by NANCY BELL SCOTT, USA, on the IUOMA network)
Guido's paintings are like finding images in the clouds
(a comment by Kathleen D. Johnson, USA, on IUOMA)
(a comment by Kathleen D. Johnson, USA, on IUOMA)
Guido does not paint monsters but spirits and ghosts, full of love, tenderness and compassion
(LIZA LEYLA during a conversation, Belgium)
His ability to express emotions through painting is a beautiful gift. Allowing oneself to feel sadness is the most direct route through grief. His paintings feel peaceful and kind.
(STEPHEN WALKER, USA)
My life is shifting... Your work is intangible, ethereal, cosmically rewarding. i eat it up & savor it like a great sandwich! It made my day!
(Lisa PEREZ, USA, on IUOMA)
(Sarah Jo Pender, USA, from the Indiana Women’s Prison)
I suppose you could characterize Guido's painting style as expressionist. I know he is very interested in dreams as a source for art and poetry, and these particular chapter pages seem like shadowy dream corridors filled with shifting images and scenes. The Michaux quotes work as a counterpoint, Guido's art is taking over when the limits of language have been reached.
(De Villo Sloan, USA, on my tribute pages to Henri Michaux, see LAMUSAR blog)
Guido’s art expressions are always poems and they show us the reality of our real faces and souls (Mariana Serban, Romania)
His titles have both inspired and educated me (Alicia Starr, USA)
zaterdag 23 augustus 2014
Connections
Card made by Aleksander Limarev from Novosibirsk, Siberia, Russia
including some of my mail art and photo portrait by Lavona Sherarts, Saint Cloud, Minesota, USA
donderdag 21 augustus 2014
Verhalen uit café De Paardenbloem: 5. Begrijp je?
5. Begrijp je? (verhalen uit café De Paardenbloem)
*
Marti was
verheugd om oom Pooris weer te zien die een deel van zijn Bingowinsten had
opgespaard om naar Bulgarije te reizen, een vakantie vooral als een gepland
blij weerzien met zijn familie ter plaatse.
-Je bent eerder
terug dan verwacht?
-Ach man, ik was
amper aangekomen en mijn jongere broer stierf. Ik heb hem mee helpen begraven
en hoestte het grootste deel van die kosten, van een ingekort verlof gesproken!
-Hoe erg…
-Nou ja, hij
heeft zich dood gedronken, c’est la vie.
-De langzaam
maar zekere zelfdoding dus.
Pooris knikte
kort en nors.
-Velen onder ons
bewandelen dat wankele pad.
-Een strohalm
tussen leven en dood, tussen vermeend plezier en afzien.
-Zelfs van stro
kan je alcohol maken en alle redenen om te drinken en meer te drinken zijn
goed.
-De revolte
schuilt niet in de fles. De fles doodt de revolte.
Het klonk haast
als een opmerking van Verbijt die samen met Michiel naar Oostende was afgezakt
om het standbeeld van Polle de Tweede symbolisch de hand af te hakken, zo had
hij zelf gezegd.
Marti echter
vermoedde dat V & M grote sier maakten op het naaktstrand van Bredene.
-Breng mij het
hand als proefstuk, had hij nog gezegd voor hun vertrek maar beiden hadden toen
wijselijk gezwegen.
*
Later die avond
botste Marti op Antwan, een knotsgekke Italiaan van middelbare leeftijd, die om
de haverklap rode kaarten en penalty’s uitdeelde aan iedereen in café De
Paardenbloem wanneer hij iets hoorde dat hem niet beviel of zomaar voor de fun, zonder enig verklaarbare reden.
Marti
sympathiseerde spontaan met Antwan maar vermeed met hem te praten want de
kleinste opening was voldoende voor een monoloog van minstens 15 minuten en
elke zin werd daarenboven storend onderbroken door “capito?”, een soort verbijsterende imitatie van de seksgodin Vendie
van Banten die echter onbekend was in Italia
Mia.
Antwan danste
bijna aanstootgevend en schurkte zich ostentatief tegen de bolle buiken van 2
oudere Turkse vrouwen, die dat heel plezant schenen te vinden, hem speels
tegemoet kwamen en dus vrolijk meebotsten maar hem tegelijkertijd waarschuwden:
“we dansen alleen maar voor ons plezier en voor niets meer”. Nou ja, het was
wel iets meer dus.
Niets meer dan
plezier betekent meestal meer dan plezier.
De twee dames
waren in gezelschap van 2 zatte Turkse mannen die het dansgedrag van hun
gezelschapsdames maar matig apprecieerden en dan maar woest tekeer gingen
richting Antwan.
Ze bestonden op
en bedreigden de vrolijke Italiaan. Een pak slaag zat er aan te komen!
FeeRiet
probeerde zachtaardig te bemiddelen maar dat hielp niet echt.
Soft spin seldom stops violence in te making.
Plots stond
Arnie op, een Turkse vriend van de Armeniër FeeRiet, een kleerkast met
spierballen en een torso die indrukwekkender waren dan die van superstar The
Terminator, vandaar zijn roepnaam Arnie.
Arnie hoefde
nooit agressief te zijn. Enkel zijn opstaan en het rollen van de spieren in
zijn bovenarmen waren voldoende om aanstonds de verhitte gemoederen te bedaren.
Arnie blokkeerde
glimlachend het pad van de het woedende duo naar Antwan.
-Allez gasten,
hij danst maar en zij nodigen hem bovendien uit. Er is geen boosaardig opzet of
kwaad spel mee gemoeid. Laat hem dus gerust.
Kwik en Flupke
zaten misnoegd weer neer en Arnie schoof mee aan tafel om hen nog meer te
kalmeren en te bemoederen want hij kende zijn pappenheimers.
Antwan riep
muisluid dat hij niets verkeerd had gedaan maar verschool zich toch even aan de
kleinste rechterzijde van de tapkast.
Eén van de twee
vrouwen gilde dat zij een vrije vrouw was, dat zelfs haar ex-man niet het recht
had haar te commanderen of tussen te komen om haar te beroven van dit dans- en
mogelijk paargedrag.
-Je
suis une femme libre et célibataire ou pas?!
Marti begreep
vlug de situatie en keek even in hun richting.
-Geef Arnie een
biertje van mij, zei hij tegen FeeRiet, want ik bewonder zijn stille
tussenkomsten. FeeRiet tapte 2 pinten want hij had hetzelfde gedacht.
-Tu veux danser, chéri?vroeg de Turkse aan Marti maar die bedankte wijselijk.
Zij verdween dan
maar misnoegd naar buiten om een zogenaamde sigaret te roken, even later
gevolgd door een olijke bokkenspringende Antwan.
Beiden
tongzoenden elkaar voor minuten in het schemerdonker van het terras.
Antwan verscheen
als eerste terug binnen en zette zich ongevraagd naast Marti.
-Ah, cela m’a fait du bien! Capito?
-Capito, Super
Bok.
*
-Antwan, begrijp
je dit gedicht van mijn vriend Jef Parkiet? en Marti citeerde uit het hoofd:
Dode Schaduwen
De schaduw van de fles
vormt een wulpse gitaar
met uitstekende vrouwenkont.
De lang uitgerekte tepel in mijn mond
stopt mijn dorst heel even ingesnoerd;
zou het ook een penis kunnen zijn?
De gedachte beeft heel even
in de oksel van een wereld die nooit verfrist.
Ik drink stiekem in de mist.
De mist drinkt geheim in mij.
Het doekje voor het bloeden beeft in haar.
Schaduwen verplaatsen zich
met de snelheid van het licht.
Zo blijven zij ongrijpbaar
van pool tot evenaar
& van evenaar tot andere pool.
IJsvrij zal ons bestaan nooit zijn.
Dat is mijn wens ten minste want anders
zijn wij vrij snel en met zijn allen
dood omwille van voor altijd bevaarbare zeeën
& onhoudbare vogelweeën.
-C’est du
flamand, je ne capito pas du tout mais je comprends bien le néerlandais.
-Ach Antwan, nu
helaas moet ik tegen jou zeggen: c’est à ton tour d’encaisser carte rouge et
penalty!
Iedereen in het
café barstte in lachen uit, zelfs de verenigde verdeelde Turken.
GV
21 augustus 2014
woensdag 20 augustus 2014
VOGEL-VRIJ
VOGEL- VRIJ (verhaal uit de bundel “De Dierenrepubliek”)
Wat is het perspectief
van een “vrije vogel des velds” als hij het slachtveld overvliegt?
Walgt hij of zij
van de stank der gebroken ledematen van mens en dier, broederlijk verenigd in
de gezamenlijke dood, samengesmolten als vetklompen in modder, slijk en
prikkeldraad?
Kan de vogel met
zijn piepkleine oog de ratten zien, laat staan de luizen in de loopgraven die
zich te pletter eten op het festijn van zowel afgestorven als nog steeds
levende lichamen?
Of zijn deze
vragen overbodig voor wie de nacht verbindt met de dageraad?
En de liefde
bezingt voor dood en omgekeerd?
De mens aan de
macht; hij haat de vogel in de lucht!
Hij benijdt de
vrijheid van de overbruggende vogel en de vrije mens die zich niet schikt aan
wetten, dwangbevelen en gezag wordt dan maar “vogelvrij” verklaard.
Er staat een
prijs op zijn hoofd. Hij moet gevangen genomen worden. So he becomes a jail bird.
Verschrikkelijke
analogie en getuige in taal van de afgunst en de haat tegenover de vrije vogel.
“Robin des Bois” was a Robin, you know.
Waarom valt mij
dit nu pas op, na meer dan 60 jaar van menselijke brainwashing? Het antwoord
ligt besloten in de vraagstelling.
“Vogeltje, gij zijt gevangen en in een kotteke zult
gij hangen”.
De
onbeschrijfelijke wreedheid van een kinderwijsje. Ik zong het als kind omdat ik
het deuntje leuk vond, dacht niet na (hoe kon ik toen?) bij de betekenis van de
woorden maar zelfs veel later vond ik het overbodig om terug te keren naar de
verscholen boodschappen van “les chansons
de ma jeunesse innocente”,
naar die
verpletterende vernauwing van een opgedrongen realiteit die er in feite geen
is, behalve voor bekrompen machtszoekers en beoefenaars allerhande.
“Ik besta, dus gij gaat hangen” of in
zijn ver(p)lichte vorm “ik stop de
vrijheid in een vogelkooi AKA de
gevangenis”.
Ik herinner me
een Turkse film waarbij een Koerdische man in de gevangenis terecht komt voor
een onzinnige reden en hij laat dan zijn gezel, een zangvogel in kooi,
ontsnappen door de tralies van zijn eigen cel. Haast janken deed ik toen omwille
van de symboliek. Nu dijk ik mijn tranen niet langer in maar laat ze de vrije
loop. Het wenen is het privilege van het ouder worden.
Met daarbij de
prangende vraag hoe je de vrije traan kunt gevangen nemen of houden?
Water ontsnapt
steeds opnieuw via de kleinste opening. Je hebt geen tsunami of dijkbreuk nodig
om dit “mirakel” te verwezenlijken.
Het gebeurt
steeds opnieuw, spontaan, oncontroleerbaar ook.
Ik moet steeds
het nat uit mijn ogen wrijven en toch blijft het oude wijven regenen. Ik kan ze
niet verbannen of uitzetten als ongewenste vreemdelingen.
Ik word wakker
in mijn eigen snot en kwijl en het sop van de eigen ogen.
Hoe expulseer je
jezelf?
Het oog van de
vogel, het vogel-perspectief, het perspectief van de vogel die dat van de
mechanische camera ruimteloos overtreft.
Het oog van de
vogel heeft geen nood aan batterijen.
Het herlaadt
zichzelf niet.
Het heeft daar
geen behoefte aan.
Het sterft met
de indruk van het laatste licht van het slachthuis op zijn sluitende
zieltogende iris.
Dood hoeft niet per
sé een vernauwing te zijn maar kan een nieuwe opening inluiden via andere
zintuigen dan het oog van de stervende woestijnroos.
Ondertussen gaat
het aloude volksvermaak van “vinken vangen” om ze in piepkleine kooien te
stoppen verder tussen Vlaamse pot en pint.
Wie deze vorm
van vogel-slavernij overleeft, kan “verplicht zingen” in wedstrijden naast de
zeekanalen des doods en wie het mooiste kweelt, verdient een prijs voor de
eigenaar van de vogel-slaaf.
En U, madam,
meneer, vraagt mij waarom ik ¨¨¨%%µµµ.::ççç??£££
!!!
(brul als een
kwade aap, dus).
A.
Marti,
augustus 2014
PS
Boze
lezersbrief in gazet DE PATRIOT van een zekere Frederik Noske:
Jullie beroven ons van de laatste plezierkes die ons
resten zoals de vinkenslag. De mens wordt gefolterd door zijn medemens sinds
eeuwig. Hij kan dit compenseren door dit te herhalen op de dieren want ten
slotte zijn de beesten daarmee begonnen. Een kind rukt de vleugels van een
vlinder uit omdat a) het toch maar een stomme rups is en b) de overleving van
de levensbedreigende dinosaurus. Elke compensatie voor onze ellende is een weg
naar vrede. Oorlog is nodig omdat het de oorlog kan beëindigen. Vogels horen
thuis in nauwe gevangeniscellen want verbeelden per definitie de oorlogsmoeheid
in plaats van te getuigen de broodnodige oorlogsmoed…
maandag 18 augustus 2014
woensdag 13 augustus 2014
VRIJWILLIGE ONTHOOFDING
Een verhaal
uit de dierenrepubliek
Ik ben geen man van staal, dacht hij toen hij de
ijzerdraad rond zijn nek bond en zich van de trap wierp. Nochtans was de
kamikaze geen Japanner maar een oude Belg. Zijn hoofd werd langzaam maar zeker
van de romp gescheiden en viel naar beneden; het hoofd belandde ergens in de
benedenverdieping van de kelder onder water.
Op zijn borst had hij een tekst gespijkerd:
-ik ben een plattelandschinees zonder messen of giftige
landbouwproducten
-ik ben een kind van Gaza
-ik beminde de vrijheid van het denken en me
uitdrukken, meer dan het keurslijf van het zogenaamde vrije denken zelf die me
dicteert hoe ik moet denken of me uitdrukken in een “aanvaardbaar” taalgebruik
in de naam van het collectief.
Bloed stroomde als een petieterig beekje door de
gangen en de muren van het huis. Het sijpelde ons bestaan in en dat van de
dieren en de planten aan de zijkant. Hun wederzijdse dialoog klonk zowel
aarzelend als overtuigend.
-Plegen beesten ook zelfmoord? vroeg kater Buzz aan
het reuzenkonijn Nero.
Die gniffelde een beet in zijn vragende onderlip.
-Olifantenkerkhoven, aangestrande walvissen zonder
zichtbare redenen, lemmingen die zich in zee storten, vogels die zich te
pletter vliegen tegen glazen ramen, konijnen die zich gewillig laten vangen in
hun holen wanneer het te warm is, katten die…
-Stop, stop, miauwde Tarantino. Mijn oorlog is er
vooral één met de overlast aan vlooien. Hij krabbe demonstratief en pieste in
het rond om de overtuiging van zijn terrein af te bakenen.
-Vlooien zijn mensen in miniatuur, meende Nero.
Sommigen kun je min of meer vertrouwen. Anderen bezien je alleen als voedsel
voor de kookpot of aaien je verleidelijk tot ze het beu zijn en dan smijten ze
je buiten of zetten je op de muren. Je hebt de vrije keuze te creperen op
straat. Je wordt bespuwd, geschopt, geslagen, opgejaagd, gevangen genomen,
gecastreerd.
Wij zijn de spiegels der ongewilde lagere proleten,
zoals Indische vrouwen uit de lagere kasten worden wij geknipt tegen onze eigen
wil in de naam van het menselijke dierenwelzijn. Wij maken te veel kabaal en
ongewenste jongeren. Wij hebben geen stem in dit verhaal, laat staan stemrecht.
-Wat te doen?
Het drietal keek elkaar even aan en staarde dan
aarzelend richting resten van het bevriende menselijke lijk.
-Hij had er genoeg van, dat is duidelijk, miauwde
Tarantino.
-We moeten redwoods zoeken, blies Buzz terug en ons
terugtrekken zoals de apen deden.
-Ik ben geen aap maar een reuzenkonijn, wierp Nerop
op.
-Alle grootsheid begint klein, mijn lief konijn, waren
de laatste woorden van de onthoofde man.
-Alle kleinheid is groots, sloten de dieren af.
-Het probleem is dat er geen sequoia’s bestaan in
Vlaanderen en omstreken.
-Alsof dit het enige probleem was of is, proestte Nero
uit. Hij behoorde dan ook tot het bijna uitgestorven ras der zwarte Vlaamse
reuzen en was dus geen lid van de NVA. Nero was een geheugenaanhanger van
Antoon Pira.
-Geheugenverlies? vroeg het konijn zich even later af.
Bestaat dat in de geschiedenis van het rollende bollende hoofd of enkel in het
rood van bloeddoorlopen ogen die zich sluiten na 1 seconde.
-Who knows, who cares and who gives a damn? antwoordden
de beide anderen. Buzz en Tarantino bleven straatkatten tot het bittere
EINDE.
GV
Augustus 2014
woensdag 6 augustus 2014
dinsdag 5 augustus 2014
Onthoofde Tijd, nogmaals.
Nogmaals,
onthoofde tijd
De regelmaat van
een klok,
wat is dat
eigenlijk, bestaat dit echt?
Eén minuut kan
uren duren
& soms vliegt
de tijd met lichtsnelheid
voorbij.
Wat is tijdsbesef
op Aarde, op Venus of op Mars?
Zijn alle drie
gelijk?
Ik denk het niet
en verkies de twijg van de twijfel.
Wat is de tijd
voor de foetus in de baamoeder?
Wat is de tijd
voor een stervende?
Wat is tijd na de
dood?
De vervelende
regelmaat van het uurwerk
is een fictie, een
economische opgedrongen uitvinding
waaraan dwangmatig
werk getoetst wordt,
prestaties
beoordeeld en veroordeeld worden
volgens mens- en
dieronvriendelijke schemas,
laat ons dus
vooral zwijgen over het ritme van de planten.
Dat soort tijd is
de botte wachtende hakbijl
voor onze ontblote
nekken.
Snelgerecht, what’
s in a name?
Tik tak tak tik.
Hij duwt met zijn
vinger
tergend langzaam
op de knop van het
ontstekingsmechanisme.
Tak tik tik tak.
Enola Gay dropt
zijn lading liquid love.
De adem van de
paddenstoelen,
de uitgewaaide en
uitgezaaide sporen van seconden
duren reeds 69
jaren lang, een erotiek der vernietiging
die nooit lijkt te
eindigen
of te kunnen
eindigen...
Tijd op het
schavot van de tijd,
wat moet ik me
daarbij zat voorstellen?
En kan ik dat dan
uitdrukken
in exact meetbare
tijdsmomenten en segmenten?
Ik denk het niet
en verkies de twijfel van de twijg.
Kun je de
nietigheid van tijd meten
voor en na de big
bang?
Duister wacht op
Licht,
bang voor de
Geboorte,
bevreesd voor de
naweeën
& de
onvoorspelbare kroost.
Het heelal beefde
heel even?
Of was het veel
langer?
Wie zal het
zeggen?
Misschien is die
schokbeweging
nooit gestopt en
reizen wij
onbewust op de
onwiskundige golven
van het zaad van
onbestaande goden.
Wie zal het
zeggen?
Hoe lang duurt een
woord als woord.
GV
Augustus 2014
In de Orchidee
Verhalen uit café De Paardenbloem, 4. ANKH
4. ANKH
Dzjimmie deed
zijn beklag bij Marti:
-Joske is
misschien wel een tof mens en een kranige oude dame maar zij maakt mijn
commerce kapot, man toch! Zij maakt en deelt zomaar soep uit aan de minderbedeelden
en die blijven dan weg uit mijn inspirerende Congolees evangelisch gebedshuis.
En zij is waarschijnlijk zelfs geen echte kristenvrouw. Dat kan toch niet,
zuchtte hij diep.
-Toch wel, Josie
heeft een kruisbeeld op haar schouw hangen en deelt af en toe zelfs ongewilde
kruiskes toe in momenten van angst en vertwijfeling.
-Mais, elle n’est pas autorisée par le Papzak de Rom
à faire cela. Zij mag dit niet doen en bovendien het is een vrouw. Elle va
brûler en enfer, cette hérétique!
Marti die de
abortusverhalen uit de vorige eeuw van J. kende maar daar wijselijk over zweeg
tegenover de opgezweepte predikant, geeuwde even verveeld en antwoordde kort:
-Ik denk niet
dat ze zich een zak aantrekt van jouw banbliksems of die van Papzak Benoitus de
Kleine.
Dzjimmie, waarom
doen jullie dit steeds opnieuw? Jullie stoten alleen maar meer mensen af, niet
dat dit nu mijn bekommernis is maar toch. Ik begrijp niet echt wat jullie nu
eigenlijk nog willen van de mensen of van de wereld tout court.
-Marti, mon ami,
ik ben een overtuigde volgeling van bisschop Leonardus Plexus de Achtste en in
tijden van crisis plooi je je terug op de core business van het spijkerharde
geloof want anders ga je totaal ten onder. De keuze is tussen verzuipen of
verdrinken in de moderniteit of boven blijven drijven met het vasthout uit het
roemrijke verleden. Back to the roots!
-De inquisitie
als reddend vlot, spotte Marti maar Dzjimmie liet die kelk aan zich voorbij
gaan.
-Je moet dat
toch in een correcte historische context plaatsen, copain,
on ne peut pas comparer les oranges de Saint Nicolas avec le manioc africain.
-Leg dat maar
eens uit aan bijvoorbeeld de Joodse mensen die als straatverlichting werden
gebruikt in Portugal om het huwelijk te vieren tussen de katholieke koning en
koningin Portugal X Spanje. Met straatverlichting bedoel ik spontaan
aangestoken brandstapels, verduidelijkte Marti.
Dzjimmie vloekte
inwendig en niet hardop want anders moest hij te biechten gaan en bij wie dan
wel?
-Je leest te
veel geschiedenisboekskes, Marti, dat is niet goed, ge moet niet alles geloven
wat daarin staat en ge verkwist te veel van uw kostbare tijd bij die Portugese
migranten in café Den Nieuwen Braga, allemaal leden van de club Les
amis de l’œillet Rouge.
-Et Blanc et Noir, grapte Marti. Er is één ding in uw wederwoord dat mij
bevalt, Dzjimmie en dat is dat ik niet alles moet geloven. Het geloof is
inderdaad een hopeloze etterbuil van en voor het kwade in deze wereld. Behalve
in de oorlog natuurlijk, als het bommen regent dan zitten de kerken vol.
-Je
ne discute plus avec toi,
hijgde de predikant kwaad.
-Nog een rondje,
mannen? vroeg de nieuwe dienster van FeeRiet die Africana heette.
Zij was een
wulpse zwarte vrouw met een glimlach die nog groter was dan haar overweldigende
weelderige boezem. Ze was afkomstig uit Sierra Leone en sprak vloeiend 27 talen
maar omdat ze geen officieel diploma had, vond ze nergens goed betaald werk,
dus had ze maar gekozen om te werken in de horecazaken in de dorpsstad die haar
wilden te werk stellen want zwarten werden nog steeds met een scheef oog
bekeken tenzij het officieel goedgekeurde adepten waren van bisschop Leonardus
Plexus de 8ste.
Africana had één
of ander heidens teken in de vorm van een sierraad rond haal nek hangen,
bengelend in de groeven van haar diepe décolleté met uitzicht op de Kilimanjaro Mountains.
Dat laatste was
een flauw grapje van Michiel die sinds Africana werkte in de Paardenbloem er elke
morgen zijn koffie dronk, schoorvoetend want hij verkende eerst het café op
zoek naar bevriende gezichten die hem wellicht trakteerden op het dagelijkse
bakje zwarte troost.
Dzjimmie
negeerde Africana bits. Voor hem was zij een duivelse vrouw en een vijand, een
obstakel voor zijn nieuw evangelische bekeringsijver.
-Daar gaat de
grootafrikaanse gedachte, had Verbijt opgemerkt na het aanschouwen van de
stilzwijgende oorlog tussen beiden.
Lady Nepjuweel
kon Africana ook al niet luchten want die droeg namelijk echte juwelen en geen
nepglazen ornamenten. Ze ratelde dan maar nerveus met haar eigen opzichtige
waardeloze troep.
-Ik vind dat
niet normaal, fluisterde zij in het gewillig oor van Anzjel de Vertwijfelde.
-Waar haalt ze
het geld vandaan om zoiets te kunnen betalen?
-Het moet wel
een hoer zijn! was de onvermijdelijk lijdende conclusie van de 2 misnoegde
afgelikte roddeltantes.
Alicia Lara was
langs gekomen om een thee te drinken met Marti en Verbijt. Dat deed ze af en
toe. Ze keek vol bewondering naar het juweel rond de hals van Africana.
-ANKH, had ze
zachtjes gezegd.
-Ah, het gordijn
gaat eindelijk open, merkte Marti gevat op.
-Chérie, est-ce-que vous avez des racines égyptiennes?
-Maar we zijn
toch allemaal Egyptenaren. Nefertiti was een zwarte, weet je wel.
-Kristus
wellicht ook dan.
-Dzjimmie zal
dat plezant vinden.
-Neen, die
gelooft in en belijdt de ene, ware, blanke god. Als de ziel zwart is, moet god
zo wit zijn als biologische plattekaas.
Africana lachte
luid:
-Vous êtes une belle bande de salauds et de salopes.
Marti vloekte.
Hij had aandachtloos van zijn biertje gedronken waarin een bieke rond zwom dat
hij niet had opgemerkt. Het insect had hem in de mond geprikt. Hij had het
uitgespuwd op de grond en het lag daar te zieltogen tot het even later stierf.
Marti voelde
zich schuldig. Hij hield van bijen die verantwoordelijk waren voor 1/3de
van de voedselproductie op de wereld en misschien zelfs meer dan dat.
-Ik had beter
moeten oppassen, zuchtte hij met een pijnlijke grimas.
-Marti, assassin d’abeilles! proestte Verbijt verwijtend.
-Ne t’en fait pas, chéri! ANKH!
De woorden van
Africana gingen gepaard met enig innig gestreel rond de armen en wangen van
Marti.
Michiel keek hem
even jaloers aan maar dat was geheel en onnodig overbodig. Het lijfelijke
contact tussen mensen was belangrijk en normaal of vanzelfsprekend in bepaalde
culturen zoals de Afrikaanse en de Latijnsamerikaanse. Enkel de bange blanke
mannen hadden last van het lichamelijk aanraken en waren geobsedeerd door de
ongewenste intimiteiten. Ze vonden dat uit den boze en NOT DONE.
-SMETSCHUW of
SMETVREES, on a peur de la peau et des odeurs différentes, stelde Lara beslist.
Ze had een
avondcursus antropologie gevolgd aan de universiteit van het vrije denken.
-Je transpire,
donc je suis, beaamde Marti olijk.
-Lichaam in
ontbinding? Vroeg oom Pooris. Hij probeerde een kruiswoordraadsel in het
Nederlands in te vullen.
-KADAVER,
antwoordde FeeRiet meteen spontaan.
-Klopt als een
collectebus van de Partij der Nationaalverminkte Socialen, bevestigde
Zegezielke tegenover Joske. Michiel keek kwaad in hun richting.
-ANKH again!
Africana
spiegelde haar juweel in het spiegelglas achter de bar.
De
wederopstanding der bevrijdende gedachten begin in café De Paardenbloem en ik
was er bij! noteerde Marti later die nacht in zijn dagboek.
Marti en zijn
vrienden zijn Ankhgetuigen, schreef Dzjimmie in zijn wekelijkse denunciatiebrief
aan L.P. 8.
GV
Augustus 2014
Pub New Benfica
maandag 4 augustus 2014
Verhalen uit café De Paardenbloem. 3.UITSTAP TE PARIJS
Verhalen uit café De Paardenbloem
3. Uitstap te Parijs
Verbijt had
Marti de oren haast afgezaagd.
-Laat ons samen
naar Parijs eens gaan en zoiets bezoeken als de Eiffeltoren, misschien?
Michiel had zich
bij deze smeekbede aangesloten. Hij kende een goedkoop hotelleke in het Quatier
Latin van even na ’68.
-Bestaat die
krocht nog? Had Marti hem plagend gevraagd maar hij kreeg uiteraard geen
antwoord.
Afijn, het World
Wide Web gaf zoals steeds een oplossing en het 3tal boekte een hotelkamer voor
3, gelegen naast de Champs Elysées voor amper 60 euro de nacht.
Michiel brieste
razend dat hij de armste van het stel was (wat eigenlijk niet overeenstemde met
de platvloerse realiteit) en dat hij DUS recht had op een korting in zijn
aandeel van de kosten, met ander woorden dat de anderen dus meer moesten
betalen ten einde zijn aandeel te compenseren want solidariteit was niet enkel
een recht maar ook een plicht voor allen, enz…
Een truuk die de
anderen ondertussen gewoon geraakt waren en die Michiel ook toepaste op café om
te ontsnappen aan het betalen van zijn rondje als het erop aan kwam.
-Hij neemt zijn
lidmaatschap van de Nationaalverminkte Socialen echt wel letterlijk, fluisterde
Marti in het oor van Verbijt.
-Alle macht aan
de Mistletoe! De kunstenaar was in een manische fase van zijn hedendaagse
depressie beland en niets of weinig kon hem nog schelen.
-Dus, we…
-Maar ja, met 3
is nog steeds goedkoper dan met 2, zelfs als wij meer betalen dan het zieke 3de
lid.
-De ziekte van
het 3de been, vatte Marti alles samen. De dichtbundel van zijn
collega en vriend Jef Parkiet was hem steeds bijgebleven en hij herhaalde soms
hele verzen zomaar uit zijn geheugen geplukt voor de onwillige luisteraars in
café Paardenbloem.
-Zullen we Lady
Nepjuweel ook uitnodigen? vroeg hij even later.
-1 vrouw en 3
mannen, NO WAY!
Michiel
sputterde even tegen want enige perversie in daad en vooral gedachte was hem
niet vreemd.
Josie, Joske
voor wie haar beter kende, mengde zich zoals steeds ongevraagd en ongewenst
begrensd in het gesprek.
-Mannen en
vrouwen zijn niet gemaakt om samen te leven of om samen op reis te gaan. Mannen
en mannen, dat gaat. Vrouwen met vrouwen ook, alhoewel, dat is al een stuk
minder want vrouwen onder mekaar maken meer ruzie dan mannen doen.
Marti zag de
woedewolk opstijgen in het gezicht van Anzjel La Bohème, een rijke burgertrut
met een luxewoning te Ukkelele en een zogenaamd armoedig kunstenaarsatelier in
Schuurbeke, wat haar toeliet zich te profileren in zowel de rijkere als de
armere delen van de dorpsstad.
Anzjel en
Verbijt lusten mekaar als rauwe lever; de ene was een gans en de andere was een
schaap. Michiel kon het best hebben met Anzjel, de ene oplichter begreep de
andere een beetje. Voor Anzjel was iedereen die haar niet in het verblindende spotlicht
plaatste een vuile macho die haar onrecht aandeed.
Zij schilderde
al 30 jaar en vond dat zij daarom recht had op alle egards en exclusieve
aandacht. Alle anderen waren walgelijke concurrenten van 2de of 3de
allooi, crapuul van de dorpsstraat. Het Internet had alles verziekt en op zijn
kop gezet. Iedereen was kunstenaar de dag van vandaag of kon dit alleszins en
enigszins pretenderen.
Verbijt ging
aanvankelijk mee in dit sublieme drama van de verongelijkte kunstenaar maar
Marti had zijn slappe houding gedwarsboomd en op de korrel genomen met een
flink pak zout.
-No way,
natuurlijk is iedereen kunstenaar! Anzjel, peinsde gij dat ge soms beter zijt
dan iemand anders of dat ge meer rechten hebt wegens het afgelegde parcours? Of
is het uw afkomst uit de betere kringen die u parten speelt? Moeten we soms
allemaal terugkeren naar de cijnskiesrechttijd of zo?
Anzjel was
ontploft en de rook cirkelde rond de grote luster van de Paardenbloem.
-Gij stelt van
die absurde algemene vragen en geen enkele gaat over mij of over mijn eigen
kunst en zielenroerselen. Ik haat dat. Dit is een Xtreme uiting van machisme.
Ik heb mijn eigen website en atelier, weet je wat dat betekent? Fulmineerde zij
razend.
-Dat stelt
helemaal niets voor, madame A.
-Ik ik ik en
niet Hik hik hik, boerde oom Pooris in een Bulgaars dialect. Hij had geen geluk
met het Bingospel vandaag.
-Zeg Anzjel, is
Joske ook een macho en hoe gaat dat dan in het werk? vroeg Verbijt tergend
traag.
Josie was een
vrouw van 86 die een huwelijk had overleefd van 50 jaar ontrouw en miserie met
een Bimlurgse bouwvakker die de Spaanse burgeroorlog was ontvlucht om zijn
eigen 1 mansstaat uit te roepen over een vrouw, 3 kinderen en enkele clandestiene
abortussen.
Jos was een
vrouw des aansziens, een parel van de lokale gemeenschap, die spontaan soep
maakte en uitdeelde aan de daklozen; dus hield Anzjel de Verongelijkte
wijselijk en ijselijk haar klep dicht. Enkel haar ogen brandden gaatjes in het
plafond.
Zegezieleke, een
vriendin van Joske, barstte zoals steeds in lachen uit bij ieders verhalen en
vertaalde de communicaties en woordenwisselingen in een grappig taaltje voor
haar witte poedelhondje. De hond was een echte expert geworden hierdoor in de
vreemdste talen. Hij begreep zelfs het Siamees van Josie’s kat.
Anzjel zetelde
misnoegd haar weelderige kont op een barkruk en deed haar beklag over al die
Egofielen bij FeeRiet die zich in stilte afvroeg wanneer café De Distel weer
open ging want Anzjel en co waren afgezakt naar De Paardenbloem wegens de
jaarlijkse vakantie van De Distel en FeeRiet besefte dat dit een kwestie was
van ongewenste gewenste klandizie van enkele weken “ten hoogste”.
Marti knipoogde
speels naar FeeRiet.
-Quand le sucre
monte, le ciel se baisse, vulde hij aan.
-Marti, de
mislukte, dus gelukte kunstenaar, stamelde Verbijt met dubbele tong.
Anzjel ontplofte
opnieuw en imiteerde een 3trapsraket met spijkers in Gaza.
Enkele dagen
later gaapte het 3tal dus richting Eiffeltoren te Parijs.
Michiel vond dit
een bouwwerk der Sublieme Verlichting, een innovatie van de industriële
revolutie en een groots opgezet eerbetoon aan de vrijheid, gelijkheid en
broederlijkheid van de Franslandse Revolutie, enz…
Verbijt had
Marti even aangezien. De inwendige zuchten van beiden waren Seinebreed.
-Een onnozele
fallus, wierp Marti op.
-Een lelijk,
aartslelijk object en een echt vals kunstwerk, vulde Verbijt aan.
-Ja, de mensen
kwamen kijken om de lelijkheid van dit kunstwerk te bewonderen, een beetje
zoals ze een gedrocht bezochten op een goedkope kermisattractie. De Eiffeltoren
was en is het equivalent van de Elephant Man als opzichtig bouwwerk.
-Zeg, zeg, zeg,
sputterde Michiel tegen.
-Aldus is het
een allegorie van het nutteloze en het geheel overbodige kapitalisme, een
stadium in de geschiedenis dat we het best hadden kunnen overslaan als
ongewenste horde.
-Maar dat is
anti-Merckxsiaans! gilde Michiel uitzinnig.
-Het is vooral
anti-kannibaal, mon ami.
Michiel ging dan
maar berekend aan de toog hangen van een taverne in de omgeving van het Lelijke
Monument want hij kende het 3tarievensysteem in Parijs als geen ander:
op het terras,
zeer duur; in het café, duur; aan de toog, iets minder duur.
De bistrot
noemde Au Grand Jaures.
Marti merkte
bitter op:
-Het is 31 juli
2014 vandaag, 100 jaar na het vermoorden van een eenzame eerzame socialistische
pacifist die zich had verzet tegen de waanzin van de zogenaamde grote oorlog
die miljoenen de dood indreef ter ere van god, vaderland, koning, keizer, tsaar
en president en de kolonies uiteraard.
-Ah ja, mompelde
Michiel die probeerde aansluiting te vinden bij zijn beide reisgenoten, qui a
tué Jaures?
-Maar neen,
Michiel, dat is geweten en de dader kreeg daarenboven gratie, werd unaniem vrijgesproken
omdat hij zijn patriottische plicht had vervuld. Zijn moordenaarskopke werd
gezegend met heilige kruiskes.
-De vraag is
dus: poerkwa on a tué Jaures en poekwa on n’a pas tué, disons Péguy? Ce crétin
chrétien et humaniste had zelfs opgeroepen om JJ om zeep te helpen.
Terwijl Michiel
zweeg, vroeg een vriendelijke kelner beheersd, nieuwsgierig en oprecht:
-Qui est-ce
Jaures? Un Belzje peut-être car je reconnais vos Accents Graves.
GV
Augustus 2014
Pub New Benfica
Abonneren op:
Posts (Atom)