Le verre de vin
offert
Eén van de meest
onderschatte en ondergewaardeerde jobs is te werken als serveerster of «dienster»
in een Brusselse horecazaak.
Het woord alleen
is weerzinwekkend, een echo van de oudere servitude, lijfeigenen en
slavernijtoestanden.
Constant worden er
goedkope grapjes gemaakt, van subtiele aard tot ongehoorde, onbeschofte
smeerlapperij.
Een dienster mag
niet eten of drinken, niet lunchen of buiten een sigaretje gaan roken. Zij
bestaat enkel om de klanten te bedienen op de minste van hun armoedige wensen
en wenken.
Steeds wordt ze
dan opgeëist, teruggefloten, teruggeroepen voor een onnozele pils of plat
water, aanstonds NU onmiddellijk !!!
Ik observeer het
constante vernederingsproces der bevelen en commentaren met walging.
Sommige
migrantenklanten vertonen een erger gedrag dan de rijkere burgers. Plots zijn
zij de baas, in controle van iemand in een zwakkere positie. Zij kunnen op hun
beurt lekker iemand pesten, zeker als het gaat over een jong Belgies vrouwke.
Het feit alleen dat ze werkt in een openbare zaak maakt van haar een hoer, een
slet, een beledigbaar object!
Respect is een
éénrichtingsstraatje.
VAL NIET IN SLAAP
!!! brult een tooghanger tegen Sofie.
Ah, dat is de
schuld van meneer Guido, grapt Sofie, hij schonk me een glas uitstekende rode
wijn uit. Eerst wilde ik zijn geschenk niet aanvaarden maar hij drong aan en
omdat elke klant koning is, dronk ik het glas op zijn en mijn gezondheid.
De brulaap kijkt
verbitterd in mijn richting.
Cartuxa is een
fantastische wijn die zijn prijs meer dan waard is.
Ik besluit tussen
te komen op mijn gekende Vlaamse onbehouwen wijze en wandel traag naar de bar.
Mon Sieur,
articuleer ik duidelijk en langzaam, de dienster valt niet in slaap van het
glas dat ik haar met heel veel plezier aanbood maar wel van jouw stomvervelende
conversaties. Ik ben ervan overtuigd dat als gij ophoudt met zwetsen en zeveren
zij plots wakker en heel alert zal worden.
De migrant kijkt
me perplex aan, versteend, verlamd, een weinig speeksel druipt zelfs van zijn
lippen.
Tu es pétrifié par
la vérité? vraag ik hem poeslief.
Sofie schiet in
een zwakke verlegen lach, ten slotte moet zij hier blijven werken en kan zich
niet te veel heibel permitteren.
Ik zie echter wel
de sterrekes blinken in haar jeugdige pretoogjes.
Ik ga terug naar
mijn schrijverstafel in het café, vloek me inwendig dood en begin te pennen.
GV
Februari 2014
Pub New Benfica
Geen opmerkingen:
Een reactie posten