Beste
Sophocles,
IK
besta uit meer
bestanddelen dan de delen
IK
IK
probeer iets
uit te leggen
over enkele
bestanddelen van mijn universum
aan een stomme
die hoort maar niet echt hoort:
Droge naald en
vloeibare inkt
Placides, Placido,
Plato, Placebos, Platgedrukte hoop op een kussensloop
Tijd en Draagvlak
in mijn open handen
De kracht van de
uitgestoten worp en wat daarna komt
Fado Tinto tot ik
dronken ben van nostalgie
De Ier Roger
Casement afgeslacht door Engelse rode honden
Vlaamse soldaat
gevierendeeld door Waalse onwetende hanen
4jarig ikje wonend
te Brussel tussen Italiaanse migranten want migranten waren we allemaal toen in
een Brussel gedomineerd door de Franstaligen; is er ondertussen iets veranderd?
Je ne pense pas.
Ik ken slechts 1
uitzondering maar hij is van adel en geboren in de Kongo
Reageerbuisjes met
pure en verdunde vloeistoffen, zo uitgedund tot er slechts water rest waarmee
ik blind schilder tegen de oorlog en de verminking van het algemene en het
bijzondere denken of zien in het bijzonder
Stipjes als korte
codestreepjes op het behangpapier van mijn jeugdherinneringen
ONDE en wat dat
eventueel kan voorstellen of oproepen
Blote voeten
wandelend op straatstenen, daarna op aarde, dan op gras en ten slotte op water.
Neen, dit is geen
verdoken eerbetoon aan Kristus Leugenaar, het is een oude hippie die huilt bij
de stem van Cesaria Evora qui chantait aux pieds nus.
Vulkaankrater
waarin tekeningen verdwijnen om even later weer op te stijgen als rook en asse
Haver voor paard
Pegasus die jaagde door de wolken en hinnikte toen de eerste letter van het
alfabet verjaarde en elf werd
De worsteling
tussen mannelijke ovalen en vrouwelijke worsten
Borsten
gereduceerd tot tepels en tepels verworden tot ademhalingsapparaat tot ik sterf
door zuurstofgebrek
Het lek in bootje
Aarde terwijl de uitgesmeerde margarine op mijn magere boterham herhaalt dat
Mars buitengewoon onbereikbaar is
maar Venus binnen
handbereik
Schoenen zonder
zolen en open tenen die bijtend de bergen verkennen en één worden met de stenen
als ode aan Magritte
De morzels
monsters uit de grond van mijn onontgonnen mijnwerkershart
Het duwen door een
zingende deur waarvan het slot gestemd is volgens een ongekende sleutel; de
reutel van mijn stem die alles afremt behalve de onvermijdelijk naderende dood
in het licht van een immer ontwijkende hemel
De lach in een
traan, de traan in een lach;
emoties niet
bestemd voor intellectuelen maar voorbehouden voor smartlaplievende prolo’s
Piaf, piaf, piaf
Maria die zo hard
lacht tot ze openbarst en opstijgt naar de onbestaande hemel terwijl we door de
wolken nog steeds haar lachen horen nazinderen, aangemoedigd door Pegasus
De vreugde van de
dood is gelijk aan de vreugde van het leven; zonder gelijkheidsbeginsel want
dit is geen vergelijkende oefening
volgens de
beginselen van vernauwende, verstikkende wiskunde
Het langzame
betreden van een trap zonder uitzicht of einde, naar boven of naar beneden, het
maakt niets uit; het belangrijkste is de reis, de wijsheid van trede naar trede
en het niet weten naar waar men gaat of niet gaat; alles is naakt ontmaskerd
vel van gekwelde, gezwollen voeten en onleesbare griffelverzen op de muren van
de toren
Vereenzelvig me
meer en meer met het nietig uitschot tusen de spelende spleten der stenen want
de zwarte gaten in het heelal laat ik over aan de rijken die de slavernij
installeerden om die later enkel af te schaffen omdat ze min of meer geschoolde
arbeiders nodig hadden om te kunnen werken aan de lopende band; lonen werden
opgetrokken zodat ook zij zich de luxe van een wagen konden permitteren, wagens
met rubberen banden geoogst door de afgehankte handen en voeten van volwassenen
en kinderen in de wilde Kongo, horror toegedenkt door beschaving en
evangelisatie
Voorbij de Taag
branden de boten op de rivieren naast onschouwelijk mooie dorpen waar we
allemaal vandaan kwamen alvorens uit ellendige armoede uit te wijken naar de
pracht en praal van glijdende geleisteden
Waarom ik hou van
gedichten in goedkope polars? Whodunit: wie heeft de plaatselijke dorpsfanfare
vermoord om die te vervangen door een valse harmonie, spelend in de tuinen van
het koninklijk paleis, wat een ellendige samenzwering!
De verloren parels
in het knoopsgat van Brel’s tijd en de mijne.
Zonder op te
houden degusteren wij frambozen op de snaren van zijn gitaar
Het naakte eenzame
bestaan van mijn hand klevend op het vel van
mijn zigeunertante zonder bewustzijn of weten; haar geheugen was gelijk
aan haar aftakelend lichaam
De doodsreutels in
een stem en hoe mooi openbarend die kunnen zijn, hoe verlossend en
verhelderend, terwijl anderen enkel maar pijn en angst horen, allez, de echos
van hun eigen pijn en angst bedoel ik hiermee
Ik ban Vlaming,
dus ik ben maar een Neger, de zwarten in de Kongo beseffen dit beter dan alle
valse Belgen: le temps des flamands, zo noemen zij de periode van de
kolonisatie want wie werkte er naast de zwettekes: les fl... terwijl zij die de
plantages dirigeerden allemaal franstaligen waren; wat leidt tot de droom van
een toekomstige Unie van echte en vermeend verklaarde zwarten, gebouwd op het
geheim van de vergeetputten van een gebrandmerkte collaboratie
De verloren stem
van het uitgestoten paradijs; toegang verboden voor onbevoegden door het
dwangbevel van een tirannieke heerser die zichzelf uitriep tot god en schepper
van dit alles, concentratiekampen incluis
De verdwenen
continenten zijn niet echt Verschwunden; ze zijn de gaten tussen de uitwijkende
continenten; het zijn dus de oceanen, Atlantis kan je vinden in de gezamenlijke
waters van Stille en Atlantische oceaan
Toen de goden
vissen waren, hield ik ervan.
Toen de vissen
zichzelf troonden tot koningen en goden, stopte ik de liefde in een vingerhoed
en verbrandde vrij bewust al mijn kleren tot de de waarde van naaktheid weer
boven kwam van schubben en kwallen, van oesters en mossels, van zeewier en
onzichtbaar verbannen gespuis in de ruisende diepte van vermiste diepzeeduikers
Als kleine jongen
betrad ik het verboden pad van Peutiebos en confronteerde een wilde kat in een
verdorde boom mijn ongewenste aanwezigheid; de kat reageerde benauwd agressief.
Ik begreep dat
toen niet echt want mijn samenleven met poezen was van een andere aard en
ervaring. Dus ik nodigde hem uit tot een voorzichtig contact: het was de
confrontatie van 2 tegengestelde ervaringswerelden waarin de ene de gekwetste,
hongerige wildheid en de wreedheid van de andere herkende;
terwijl die andere
plots aanschouwde dat niet alle mensen, laat staan kinderen, te wantrouwen
monsters waren in de kern van hun gedachten en gedragspatronen. Gevolg: ik ben
niet in staat bang te zijn van wilde katten
De breinaald in de
iris van het oog omdat ik ziek ben te zien wat ik zie! En niet te zien wat ik
wil zien!!
Het niets zien,
het verbannen beeld en weten, het liefst wil ik niet meer zien. Aldus, beste
Sophocles, ben ik een volgeling van Oedipus geworden.
GV
Febr 2014
Geschreven in Pub
New Benfica tijdens Fadoconcert van Rosario