MAATJES
voor Frank Dingenen
Ik was een sabbatjaartje weg geweest en had me weining tot niets aangetrokken van wat er ondertussen in het vaderland gebeurde.
Dus ik wist bvb niet dat het afgelopen jaar een tekort aan allerlei producten het leven van mijn landgenoten had verzuurd.
Voor mijn franstalige vrienden verduidelijk ik dit nu even:
J’ignorais la pénurie!
Ik ben nooit echt een grote visliefhebber geweest.
De vis dat was zoiets als kristus, niet aan mij besteed!
En dan dat verplicht eten van vis op de hopeloze vrijdagen van mijn jeugd. Bah …
Was dat nu een grote of kleine doodzonde?
Doodzonde. Dood zonde was dat.
Voorwaar ik zeg u: gij zult vis eten of versterven en sterven en eeuwig branden in het hellevuur of langdradig gefolterd worden in het vagevuur.
Ge zou voor minder de vis aan de haak slaan om hem dan te laten rotten.
Maar er waren uitzonderingen. Er zijn altijd uitzonderingen.
Ge kunt toch nooit weten dat god bestaat, ge kunt dat niet echt weten, meneer en madam Van Dinges. Ge kunt niet bewijzen dat hij bestaat equals ge kunt niet bewijzen dat hij niet bestaat. Dat soort prietpraat hoor je in elke goede horecazaak. Maar om terug te komen op de uitzonderingsdraad van mijn verhaal:
Vette rauwe vis, daar was ik verzot op!
Vette haring. Zalm of ansjoviskes. Rolmops, sprotjes en above all MAATJES, van die Hollandse maatjes.
Zo lekker dat ik op slag bijna alle irritante Hollanders dicht tegen de boezem van mijn Vlaemsche bierbuik trok.
2 MAATJES eten en ik verkeerde aanstonds in een kristelijk vergevingsgezinde bui.
Dus, ik herhaal, ik had geen flauw besef van het tekort aan maatjes en het feit dat de Albanees-Kosovaarse maffia alle overblijvende maten hadden opgekocht. Die maffia heerste hier in weelde sinds onze leiders zo zot waren geweest den oorlog te verklaren aan het simplisties verbond van Serben en Montenegrijnen.
Het opkopen van producten in schaarste heet in mijn woordenboek georganiseerde crisistechnieken. De inspiratie hiervoor moet je niet ver zoeken: alle lang onderhouden kunstmatige crisissen werden en zijn op grote schaal georganiseerd door een nog grotere maffia: de heilige drievuldigheid van Kapitaal, Kerk en Staat.
De Kosovaren schuimden onze straten af en ze waren steeds met twee, net als de Mormonen. Ze vlamden met opzichtige sportwagens door de rijkste en armste buurten van Brussel.
Ze hadden zelfs een soort ijskreemmuziekske in hun blitse en blinkende voituurkes geplaatst om zoals volleerde rattenvangers klanten, kinderen en nieuwsgierigaards te lokken.
Deze zomer was zo intens heet dat ook ik aanstonds naar buiten snelde voor de verlokking van een kremmeke.
Tot mijn verbazing, beste Frank, zag ik 2 hippe vreemde luizen in confectiemaatpak en lelijke das. Ze spraken me aan met MAATJES, MAATJES, gevolgd door een soort koeterwaals, wat achteraf gezien dus Kosovaars bleek te zijn.
MAATJES? MAATJES!
Hou toch op kerels, ik ken jullie niet, ik ben jullie maat niet, noch heb ik de intentie het te worden!!!
De irritatie slaat vrij snel toe tijdens een hittegolf.
Het duo keek me, mekaar even aan, de taalwanhoop nabij.
Ze trokken daarna de koffer van hun sportkar open. Een walm van rotte rauwe visgeur verspreidde zich zoals een chemische wolk over de Vincottestraat.
FOR YOU SIR, ONLY 20 DOLLAR, ONLY 20 DOLLAR FOR A PIECE, FOR ONE MAATJE ONLY 20 DOLLAR.
Dollars?! krijste ik, wat is hier gebeurd terwijl ik weg was? Hebben ze die onnozele euro eindelijk opgedoekt maar om hem dan te vervangen door die amerikaanse groene troep? Waren de politiek ecologisten nu echt zot geworden?
Toen mijn katten miauwend de tuin inliepen om zich in de bomen te verschansen, wist ik genoeg.
Sorry guys, no maatjes for me. The kitty food inspection does not allow this.
Ik draaide me om, Frank, hoorde amper het gedempte schot en heb nooit geweten dat mijn kadaver toen werd bedolven door een hele school van diverse maatjes.
Onze gezamenlijke reis naar ontbinding kon beginnen …
Uw Lief Lijk,
Guido Vermeulen
Augustus 2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten