About men and
gods in the Bayou
voor Liza Leyla
De vloedgolf vernietigde alle
bewoonbare huizen en tuinen;
raar genoeg bleven de onbewoonbare
gespaard als een soort van absurde
powetiese toepassing van een verminkt
gelijkheidsbeginsel uit vervlogen tijden,
toen de vliegen het nog voor het zeg
hadden,
feestend op de kadavers van de eenzamen in
de spiegels van de nacht,
wachtend op de dageraad in zwart en rood
gekleurde lijkgewaden.
Allah maden aan de macht!
De bruid droeg toen een zwarte hoed,
de bruidegom een doorzichtige sluier.
Alles komt finaal goed op het einde
want wij en zij zullen allemaal verzuipen
in het gestamel van orkanen,
in het gestotter en gelispel van gestoorde
goden en godinnen.
Op hun luie dikke kont zittend achter
geblindeerd en beschermend glas zwaaien zij
zwaar
met nuttelozen reglementen en regelgeving,
dekreteren de hel op aarde en de aarde in
de hemel.
Maar ook de hemel bleek achteraf beschouwd
volledig overstroomd & beroofd van elk
verzopen leven!
(mensen zijn toch echt gelijk aan goden
want allen zijn dood)
Ik sta nu met een glasje bru in bloedende
handen
& met mijn wetende voeten (die haast
voelloos worden)
in het almachtige water allemachtig,
kijk omhoog naar de immer wijkende wolken
terwijl mijn tranen niet ophouden
met hun schouders op te halen
omwille van zoveel vermogen tot
geloof versus ongeloof.
Guido Vermeulen
Juli 2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten