Je me souviens
du temps que …
Een vogel heeft
mijn gesloten uurwerk gestolen.
Ik heb geen tijd
meer over om mijn verkennende vleugels
uit te slaan naar
de wachtende wolken in jouw ogen.
Waar is de mond
van de oeroude maan?
In de monding van
de rivier Jeugd.
Waar slaapt het
bed?
Aan de oevers van
hun droom.
Pootje baden in de
denkbeelden van woorden.
De zee zingt met
een overschot aan noten
voor het mensenoor
in de ban van kikkerdril en kwallen.
Mijn open uurwerk
heeft nu of nooit een vogel gestolen,
staat nu stil want
neemt eindelijk de eindigende tijd
om een laatste ei
te leggen in de armen van de herinnering aan golven.
GV
Oktober 2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten