Zoeken in deze blog

Guido Vermeulen's mail art envelopes are like worlds into themselves and at the same time they are part of the much larger whole.

(a comment by NANCY BELL SCOTT, USA, on the IUOMA network)

Guido's paintings are like finding images in the clouds
(a comment by Kathleen D. Johnson, USA, on IUOMA)

Guido does not paint monsters but spirits and ghosts, full of love, tenderness and compassion
(LIZA LEYLA during a conversation, Belgium)

His ability to express emotions through painting is a beautiful gift. Allowing oneself to feel sadness is the most direct route through grief. His paintings feel peaceful and kind.

(STEPHEN WALKER, USA)


My life is shifting... Your work is intangible, ethereal, cosmically rewarding. i eat it up & savor it like a great sandwich! It made my day!
(Lisa PEREZ, USA, on IUOMA)

Thank you for the TALISMAN painting on the envelope. It is real cool and creepy at the same time. I haven’t seen a piece of abstract capture such as pain and emotion so well since I visited the museum of art in Toledo. Bravo!
(Sarah Jo Pender, USA, from the Indiana Women’s Prison)

I suppose you could characterize Guido's painting style as expressionist. I know he is very interested in dreams as a source for art and poetry, and these particular chapter pages seem like shadowy dream corridors filled with shifting images and scenes. The Michaux quotes work as a counterpoint, Guido's art is taking over when the limits of language have been reached.
(De Villo Sloan, USA, on my tribute pages to Henri Michaux, see LAMUSAR blog)

Guido’s art expressions are always poems and they show us the reality of our real faces and souls (Mariana Serban, Romania)

His titles have both inspired and educated me (Alicia Starr, USA)

maandag 28 juli 2014

Verhalen uit café De Paardenbloem. 2.LARA'S SONG

La chanson de Lara

Marti keek naar haar fraai gevormd oor en meer specifiek naar de opzichtige oorbellen.
In de vorm van een kleine druiventros van briljantjes al was het goedkoop geslepen glas.
Rond de hals van de vrouw in een knalrode jurk een dubbele halsketting in idem dito materiaal.
-Hoe dit te decoderen? vroeg hij aan Verbijt die de schouders vluchtig ophaalde.
De vrouw schonk haar vrienden aan tafel een stralende glimlach, geoefend door jaren van praktijk, dat zag je zo. Een beginneling viel aanstonds door de ogenmand.
Maar daarnaast keek ze om de zoveel tijd en met de regelmaat van een vlot gesmeerd uurwerk angstig over haar schouder naar wie of wat ze niet kende of meende te kennen.
-Het vreemde is steeds den vijand, verklaarde FeeRiet.
-Des vijand, verbeterde Verbijt hem plagend.
-Den of Des is zoals En of Es, grapte Michiel die rondliep met een onbewezen diploma in de Germaanse talen dat hij gekregen had per postorder wegens zijn trouwe lippendiensten aan de Partij der Nationaalverminkte Socialen, afgekort de PNS, soms ook pens genoemd wegens de historische pensenkermissen van een afgeknauwd tot op het bot overleden verleden.
De vrouw in de rode jurk schommelde zachtjes haar baby in een kinderwiegje op wielen. Dat soort van speelgoed stond de ouders toe toch op café of restaurant te gaan met hun prille pamperkroost.
-Kinderen horen hun ouders te volgen waar die willen gaan en niet omgekeerd, was een nieuw plastieken ceramieken bord verspreid door de pas aangeduide leider van de Regio “Scheiding Tussen Tafel en Bed Natie”.
Deze topcreatie werd met flinke subsidieaftrek verspreid via de Bond der Grote, Grotere, Grootste en Allergrootste Gezinnen. Het kindergeld gaat dan wel omlaag omwille van de noodspronkelijke bokkenspringende besparingen maar een nieuwe ingevoerde korting op de aanschaf van zo’n naamloze vliegende telloor zal dit compenseren, niet in harde cijfers maar wel in de verzopen geesten van de kroostrijkere gezinnen, was de zuurzoete redenering herhaald en platjes uitgesmeerd als speculoospasta in bevriende gazetten binnen de Regio.

-Herinner jij je nog wanneer jij op restaurant ging met je ouders? Vroeg Marti aan Verbijt.
-Never! Die waren te druk bezig met het sparen voor een auto en een huis. En later gingen de meeste cadeaus naar de maîtressen van vaderke Oer.
-Ah, ik was bijna 35 toen dit voor de eerste keer gebeurde. Een Chinees en toen geschiedde dit onder de zwakke druk van de jongste broer van mijn pa die zijn eigen verjaardag wilde vieren.
-Man toch, tijden veranderen en hoe!
-Ten goede, Verbijt?
-Wat is goed en wat is kwaad, Marti?
-Een evenwichtsoefening, perhaps!
-Een kroket in de mond van die madam met haar rode jurk en glazen ornamenten.
-Wees zo bitter niet, mon ami, wij zijn allemaal ornamenten, stukjes speelgoed voor de machtshebbers die het voor het zeggen hebben en constant met onze zweetvoeten spelen, zo hevig en heftig dat ik dagelijks de blaren moet doorprikken en hun vocht verzamel in een stel verboden reageerbuisjes.
-Is dat nu een Frankensteinse commentaar op god of een aanval op de nieuwe leiders?
-Leiders handelen en spreken steeds in de naam van god of een god die zwijgt of niet bestaat.
-Interessant, vulde FeeRiet aan die katholiek was, gelovigen zijn aanhangers van de Ene god, atheïsten geloven in de Gene god en de Vis noch Vleeslozen geloven in de Stomme god.
-Agnosten hebben geen of ontkennen hun eigen Maag, zuchtte Marti diep.
-Toch wel maar ze hebben allemaal een ingebrachte maagring, giechelde Michiel.
-Ingesnoerd eten is gelijk aan ingesnoerd denken, merkte Verbijt overbodig op.
-Wij leven allemaal in het tijdperk van de terugkeer van het keurslijf. Alle inkrimping aan de macht! orakelde oom Pooris.
-Heb jij soms het laatste deel gelezen van de roman van Alicia Lara? vroeg Marti verbaasd.
Pooris klapte in zijn handen, hij had weer eens 75 euro gewonnen met de Bingo en neuriede instemmend Lara’s Song.
-Alles is van nepglas, nowadays, klonken de geïmproviseerde woorden ter plaatse verzonnen in café De Paardenbloem.
-Daa da daa da, vulde de baby aan van Lady Nepjuweel.


GV
Juli 2014
Belgania restaurant


vrijdag 25 juli 2014

Verhalen uit café De Paardenbloem. 1. MISERIE TROEF EN SOEP MET BALLEN

MISERIE TROEF (een kansarmoedig kaartspel)
en SOEP MET BALLEN

Marti stapte met moeizame tred uit zijn bed alsof het elke dag zijn laatste kon zijn, of die van de wereld, en dus van beiden.
Hij kocht ’s morgens de één of andere krant maar liet die dan ongeopend op een tafel liggen van het terras van het dorpscafé “De Paardenbloem”.
De stamklanten waren dit eigenaardige ritueel ondertussen gewoon geraakt.
Eerst hadden ze dit enigszins vreemd bevonden, daarna hadden de woorden van cafébaas FeeRiet hun een beetje wakker geschud, vervolgens had Marti zelfs een aantal volgelingen gemaakt.
FeeRiet stamde af van een Armeense familie die de eerste moderne genocide van de vorige eeuw had overleefd en hij had het gebaar van Marti ondersteund of verstaanbaar gemaakt met de uitgesproken woorden:
“Ik begrijp dat; ge hebt den dag van vandaag schrik als ge de gazet openslaat of het nieuws ziet: al die ellende en miserie in de wereld en in eigen land; een mens wordt daar niet goed van en er is niets aan te doen behalve te zwijgen misschien.”
Marti has wijselijk niks terug gezegd tenzij lijfelijk, berustend in gedeelde pijn.
“De lichaamstaal van het stille onuitgesproken verdriet” noemde kunstenaar Gust Verbijt dat als hij af en toe een biertje kwam drinken in De Paardenbloem.

Het café werd weldra in het dorp “het café van de ongeopende gazetten” genoemd, wat niet helemaal overeenstemde met de waarheid want sommigen lazen nog steeds de krant maar wat was “waarheid”?
“Een advertentie in de Gouden Gids” schampte Marti als men daarover soms een vraag stelde.
En dus verkozen de meeste klanten niet langer over politiek te praten of te redetwisten.
Verloren moeite en speekselverlies begot.
Men debatteerde dan maar met veel verve over sport en spel. Men gokte urenlang op de Bingo of men speelde met de kaarten, wat leidde tot vele twisten. Opgekropte woede en frustraties kwamen via het kaartspelen naar buiten.
“Ezel, je moet die kaart toch niet spelen. Je moet leren tellen. Ga terug naar school, man!”
“Misschien wil Ezel wel verliezen want wat is er zo geweldig aan het winnen?” vroeg Marti aan niemand in het bijzonder.
“De winnaarmentaliteit van het knekelhuis, daar staan alle gazetten en boekskes vol van en die lezen we dus niet meer” verduidelijkte Verbijt die soms de neiging had het laatste woord te willen uiten.
Ach, die kunstenaars, het zijn allemaal rare kwibussen geweest en zullen dat wellicht blijven ook.
Het was de reflectie van Pieterjan, een Koreaan die zich voordeed als Chinees (waarom wist niemand) en zijn naam had vernederlandst om te bewijzen dat hij een goed geïntegreerde migrant was.
Michiel, een klant die nog steeds de eenakter speelde van de overtuigde politieke militant, zwom tegen de onderstroom in binnen het café en zei pisnijdig:
“Le sport, c’est pour des abrutis!”
Niemand reageerde op de stuntelige provocatie behalve een onthutste Marti:
“La politique rend surtout abruti.”
En voegde hij eraan toe “de berg lijken gemaakt in de naam van idealen reikt ondertussen tot aan de verstopte hemelpoorten.”
Dzjimmie, een jonge priester-arbeider van Congolese afkomst, schudde mistroostig het hoofd.
Hij verzamelde de ongeopende, achtergelaten kranten op de tafels en verdeelde die gratis als een soort van supergoedkope lakens onder de daklozen die kwamen aankloppen aan de deur van zijn evangelische 1woningskerk.
“Zijn ze hier tevreden mee?” had Marti aan Dzjimmie ooit eens aarzelend gevraagd.
“Alle kleine beetjes helpen” was het onverstoorbare antwoord. “Faux faire confiance au bon dieu, mon fils.”
« Ach, het is werkelijk Miserie Troef, de dag van vandaag” vertaalde Marti aan de andere tooghangers.
“Straks koken ze nog soep van die gazetten. Het schijnt dat drukinkt niet zo slecht smaakt” vulde Verbijt aan.
“500 euro! Ik heb 3 zessen en dus 500 euro gewonnen. Patron, een rondje voor iedereen op mijn kosten!” lachte Oom Pooris, een Bulgaarse immigrant die door iedereen graag gezien was omdat hij steeds trakteerde als hij won met het Bingospel.
En de Miserie Troef werd vergeten, ten minste voor heel even, tot de kaarten opnieuw werden bovengehaald voor een nieuw spelletje.
Op hetzelfde moment orakelde de nieuwe pasbenoemde leider der Natie Scheiding Tussen Tafel en Bed
“het is niet omdat ge 65 zijt dat ge geen 85 euro kunt ophoesten voor een buspaske.”
“Eerst de pijn en dan het genot”, zo vertaalde een persmuskiet dat de dag erna.
“Gazettensoep met Ballekes” merkte Verbijt bitter op tegenover Marti die de wereld weer een dag meer had overleefd of was dat nu omgekeerd?

GV
Juli 2014, Pub New Benfica


10 ACTUAL STORIES











maandag 21 juli 2014

Hedendaags sprookje

De avonturen van prinses Mélanie Fuwelen Zijde, 2de deel

1.
Prinses Mélanie Fluwelen Zijde was de eentonigheid aan het Baekense Hof spuugzat.
Zoals steeds als zij in één van haar opstandige buien verkeerde, besloot zij om zich te vermengen met haar onwetende onderdanen.
Ik ga op wandel naar de gewone mens, was het credo dat zij meegekregen had van wijlen kardinaal Van Boey sinds zij kind was. Al stappend verken ik de voor mij ongekende wereld buiten de Hofmuren.
Zoals het alle prinsessen betaamt, belde zij een taxi.
Taxi’s Van Boven Naar Beneden waren sinds 3 generaties gewaardeerde hofleveranciers en Achiel VBNB kwam aanstonds aansnellen om de verlangens van prinses FZ op haar wenken te bedienen. Tussen beiden was er ondertussen een verstandhouding gegroeid, een franc parler die slechts weinigen aan het hof mochten of konden evenaren behalve pater jezuïet Fonsnie maar daarover later meer.
-Chille, j’en ai marre, je veux rencontrer des simples gens du peuple, zuchtte FZ achteruitzakkend in de luxe zetels van de royale taxi.
-Ma chère Mél, antwoordde Achiel grootmoedig, je vermengen onder het plebs dat doe je toch niet per taxi. Ik spreek nu een beetje tegen mijn eigen commercie maar Allah, we begrijpen mekaar of niet?
-Zeg, ik ga mijn dure schoentjes toch niet verslijten door te voet te gaan, dat kan eenvoudig weg niet, dat is een princiepkwestie.
-Oké maar misschien moet U dan een paar goedkope sandalen kopen of zo en die gebruiken voor één van je regelmatige bezoekjes aan de onderdanen van hoofdstand Onbemind.
Mélanie La Belle had daar wel oren naar, dus vertrok de taxi naar schoenwinkel Lowcost in de rue Neuve Basse.
-Ik wil van die basketsloefkes zoals vele migrantenjongeren dragen maar dan met een gouden randje en ook nog zo’n averechts klakske om mijn gele lokken mee te bedekken maar geef mij een petje met een rode streep want ik moet een beetje aan alle gevoeligheden denken, zei Mél.
-Zij blijft en blijkt ondanks alles de dochter van haar vader, legde Chille uit aan verkoopster Boucémissair die uit Bolen afkomstig was.
Die zei niks want alles wat ze zegde kon toch verkeerd uitgelegd worden door die louche tiepen van de SSD (Solidariese Sicherheits Dienst) en de SSD’ers waren overal aanwezig, zeker als Mélanie ging stappen op zoek naar de verkwikkende verpozing van het gewone volk, als antidote tegen de Royale Verveling.
In de nabijliggende Méprisminuiselaan botste Fluwelen Zijde op haar oom Graaf Hitsig Paard die zoals gewoonlijk buiten kwam uit een seksshop met een vracht aan nieuwe porno DVD’s.
-Nonkel HéPé, wat leuk om je ook eens te ontmoeten tussen de gewone mensen maar ik begrijp je liefde voor dat soort films helemaal niet: allemaal dezelfde zich herhalende troep, onecht en plus. Porno, dat is erger dan een versleten draad als cliché der middelmatigheid.
-Zijdeke, je hebt gelijk maar bon, als je naar een goede luxe hoer gaat dan kost dat stukken van mensen en landsverdediging betaalt niet al mijn onkostennota’s terug. Er zijn grenzen en zelfs wij moeten besparen, helaas.
Hij lonkte even naar de basketten en het petje van zijn nicht en fluisterde haar toe:
-Je moet nu weeral niet overdrijven in de andere richting, chérie, je blijft een prinses.
-Betaalt dat zo goed de hoerenstiel? vroeg Mél nieuwsgierig.
-Ah ja, in het juiste etablissement en met de juiste connecties, uiteraard.
-En is dat hard labeur?
-Mais non, het is vooral op uw rug liggen en de klant zijn ding laten doen.
-C’est horrifrique ou pas?
-Madame Hirondel legde me ooit uit dat zij haar ogen sluit en droomt over tsjirpende krekels in het zuiden van ons buurland Franschland. Soms valt zij zelfs in slaap of lost kruiswoordraadsels op in haar hoofd. Er zijn zoveel truukskes om te ontsnappen aan de dagelijkse sleur en verveling want chaque travail est stupide par définition, helaas.
Prinses Petje Omgekeerd draaide even haar klakske naar de nieuwe wind.
-Leeft die madam nog, de del Hirondel, misschien kan ik bij haar wel leermeisje worden?
Oom HP draaide en smakte met zijn perverse lippen.
Hij kreeg een flinke bonus en een korting voor elk nieuw meisje die hij introduceerde en het idee “het te kunnen doen” met zijn eigen nicht deden zijn ogen tranen van emotie en wellust.
-Poerkwa pas, stotterde hij, sommige tradities in en van de beste families zijn te mooi en te historisch correct om verloren te laten gaan.
-Ben je zeker, chérie? vroeg hij hypothetisch hypocriet.
-Ach nonkel, mijn lievelingsfilm is Belle de Jour, als sinds mijn 6de levensjaar.
-Heb ik je die video niet gegeven voor je verjaardag, Zijdeke?
Mélanie sans gêne bevestigde met een kirrende lach. Elk duiveke vindt vroeg of laat zijn huizeke, citeerde zij uit de geschriften van pater Fonsnie.


2.
De belevenissen van Mél FiZZ (haar nom de pute) in de hoerenkast van madam Hirondel zijn hier niet aan de orde want dit is geen pornografies verhaal. En plus: de SSD waakt over alle buitensporige ontsporingen, behalve die eigen aan de eigen dienst, dat spreekt vanzelf.
Ze beperkte haar liefdadigheidswerken tot enkele dagen per maand, je moet ook niet overdrijven, wat nonkel HP bevestigde met zijn goede raad.
Ze kocht met het verdiende geld vanaf toen haar eigen luxe schoenen en droeg op die manier haar steentje bij ter ondersteuning van de inkrimpende staatskassen. Haar oom liet dit uitlekken aan de bevriende pers en prinses Mél werd plots een stichtend voorbeeld voor alle notabelen en burgers van het land.
PRINSES KOOPT HAAR EIGEN SCHOENEN EN BESPAART DE SCHATKIST MILJOENEN
was een kop in de krant Het Nieuwste Nieuws.
DOE DE RIJKEN HUN SCHOENEN BETALEN.
PRINSES ZIJDE WORDT HET ERELIDMAATSCHAPPIJ VOOR HET LEVEN AANGEBODEN VAN DE PARTIJ DER VERDRUKTEN
blokletterde het maandblad De Oude Nieuwe Dageraad.
THE SILENT SHOE REVOLUTION was het stille commentaar in sommige buitenlandse gazetten.
Op den duur had Mélanie Shopping Shoe Queen zoveel schoenen vergaard dat zij haar oudere collecties verzond naar les restos du mal coeur.
-Als mensen honger hebben, moeten ze maar schoenen eten, legde ze uit aan een journalist van het weekblad Historisch Histories.
Deze kwinkslag en wenk naar overgroottante Marie-Antoinette werd vakkunidg weg gecensureerd door 1 eenzame intellectueel van de SSD.
Hij kreeg een bedankje van het prinsesje in de vorm van een pakje met daarin haar basketsloefkes met gouden randje.
Hij kaderde die in als relikwie in het bureau waar hij werkte.
Zijn promotie in de dienst was alvast verzekerd.


3.
Mél deelde de liefde voor geschiedenis met haar vader, koning Zakpatat de derde. Diens verhalen over de tijd “dat onze soort alles te zeggen had” en “baas was over alles en iedereen en zelfs het niets” waren haar steeds bijgebleven.
Met de laatste uitspraak had Mél het moeilijk:
-Als we baas zijn over het niets, dan, nou ja, is het ook logies dat we ook niets zijn geworden. Als je heerst of heerste over niets, ben je zelf niets.
Koning Vader Zakpatat vervloekte inwendig de privélessen van de jezuïet FONSNIE die zijn dochter sinds haar prille jeugd bestookt had met axioma’s voor gevorderden.
Fonsnie werd soms de Baekense Raspoetin genoemd maar behalve het 3maandelijkse tijdschrift Het Vrije Koord (al Hang je Hoog, toch Hang je Lager) durfde niemand dat te herhalen.
Fonsnie was volgens ingewijden de volgende kandidaat paus tenzij hij verongelukte tijdens zijn ritueel van de jaarlijkse beklimming van de legendarische rots STAPOPHETVROUWTJE.
-Marchez sur les Dames, is niet niks, grapte Fluwelen Zijde tijdens één van haar vele conversaties met haar pater mentor.
-Mais non, c’est rien du tout et même moins que rien du tout.
De verstandhouding tussen beiden was een blijvende en kijvende ergernis voor vele hovelingen aan het Hof Ter Baeken.
En omdat beiden zoveel van geschiedenis hielden (vooral als die definitief voorbij is maar wat is definitief?) verkenden ze samen de schokkende piste van een sublieme herdenking van de grote weerzinwekkende oorlog van honderd jaar geleden.
Ten slotte was deze oorlog er eentje “pur sang” voor de verdediging van Vorst en Vaderland en de Algemene Uitbreiding der Kolonies. De moeders moesten hun kinderen afstaan aan de Loopgraven van de Kwalijk Riekende Doodsgeuren. De oude mannekes piesten bloed of vlochten rieten manden om te overleven maar die kant van de medaille was steeds een beetje onderbelicht gebleven tijdens de honderd jaar die volgden op de Grote Slachting.
Fluwelen Zijde ontwierp een herdenkingspostzegel want ze was enigszins artistiek begaafd dan zij de lessen van Fonsnie.
Het was een tekening van een ridderkoning te paard. Zijn hoofd was echter een doodshoofd. Hij droeg een lans met daarop een echt hoofd, een vijandelijk hoofd nog niet aangetast door ontbinding.
Commentaar van Fonsnie: dat is een uitleg over de dialectiek die mij uitermate bevalt.
Het ontwerp van de prinses werd het kroonstuk in een tentoonstelling in het koninklijk museum BAZAR: “de symboliek van de grote oorlog van 1914 tot Nu”.
De aangewezen curator hield een ellenlange toespraak bij de vernissage en citeerde overvloedig kristelijkfilosofische en bijbelse citaten. Niemand begreep er iets van. Zelfs ingewijden hadden het moeilijk de verwarde gedachtegang te volgen. Velen zagen terecht in de tekst de hand van Fonsnie die NOCH bevestigde NOCH ontkende, een truuk die hij had geleerd tijdens zijn bezoeken aan het Middenoosterse Land der Uitverkoren Heiligen.
-Ge moet de mensen steeds duidelijk maken dat ze eigenlijk niets kennen of begrijpen want anders worden ze betweterig en opstandig tegenover het gezag in al zijn verschijningsvormen.
Dit was iets dat Fonsnie de prinses had ingeprent sinds ze kon klappen of stamelen.
De prinses straalde en beantwoordde alle vragen van de opgetrommelde persmuskieten met onbegrijpelijke, niet te volgen en obscure gedachten, ondersteund door geheime gebaren.
De gazetten publiceerden de dagen erna enkel foto’s met het commentaar dat de prinses door haar stralende glimlach de harten had veroverd van vele onderdanen en dat haar populariteit in stijgende lijn was in alle gebieden van het koninkrijk en vooral piekte in hoofdstad Onbemind.
BEMIND IN ONBEMIND, blokletterde de Volkskrant.
Nonkel Hé Pé vloekte inwendig tijdens het lezen van het persoverzicht dat hem dagelijks werd bezorgd door het Syndicaat van Ooms en Tantes van de Koninklijke Familie.
-Elle devient dangereuse, notre petite pute, hoorde men hem aan de ontbijttafel mompelen, wat aanstonds werd gerapporteerd aan Fonsnie via een dubbelagent van de SSD.
Die verkocht de opgetekende intimiteiten aan de eigen veiligheidsdiensten en aan de inlichtingendienst van de pater jezuïet.
Voor sommige informaties betaalden zelfs de ambassades van de Verenigde Oliezoekers en van de Unie der Verbroken Metrolijnen. Beide machtsblokken probeerden zoals steeds mekaar in evenwicht te houden door het opkopen van nutteloze inlichtingen met als argument “je weet maar nooit; er kan ooit iets waardevols tussen zitten en dan is de andere partij bevoordeeld als wij die ene info missen in onze collectie waardeloze junk”.
De SSD’er die XX13 werd genoemd, stond onder de hoge bescherming van Fonsnie persoonlijk. De pater vond dat allemaal vermakelijk een ook interessant want zoals hij steeds herhaalde tegen prinses Zijde:
-zolang ze mekaar ondergraven, graven ze ons niet onder.
Hij waarschuwde de prinses meteen voor het gevaar van nonkel H.P.
-Ne ‘ten fais pas. Il va mourir au bordel de mon amie Hirondel, je m’en occupe personnellement.
-TMI, vond Fonsnie maar de Fluwelen Zijde Prinses wist wel beter. TMI bestond niet voor een jezuïet. Hun orde heerste over de wereld door TMI. Het waren meesters in TMI en hoe die te gebruiken en te manipuleren in hun machtsspellekes.
Zijde had even met de gedachte gespeeld om Fonsnie te verleiden en hem tot haar lichamelijke slaaf te maken.
Helaas was Fonsnie een vurige doch geheime amateur van de verboden knapenliefde. Hij had daar ooit een traktaat over geschreven en laten publiceren onder een andere naam. Hij baseerde daarin zijn verdediging op gedachten en uitspraken van Obscure Filosofen uit het Oude Griekenland en Rome.
Toen de tekst uitlekte op grote schaal verketterde hij deze als een vals evangelie en een apocrief filosofisch nonsensgeschrift tegenovergesteld aan de ware leer van zijn orde.
Ondertussen liet hij zich wel op wenken en verlangens bedienen door de kinderen van de Martelarenplaats, aan hem aan huis geleverd door de uitstekende hofleverancier ZITAN & Co.
De Zitanisten waren uiterst diskreet en efficiënt. Mogelijke klikspanen werden vakkundig uit de weg geruimd.
Als de kinderen te groot werden om nog enige interesse op te wekken van de knapenliefhebbers verdwenen ze met de noorderzon, doorverkocht aan de Sultan van Kuthaar die ze als slaven tewerkstelde bij het bouwen van grote voetbalstadions voor een volgend wereldkampioenschap.
-Ah que l’économie est belle, zong Zijdeke speels, ah que j’aime le président Zeppie Plathaar, le grand ami du sultan Kuthaar.
Fonsnie verbaasde zich steeds opnieuw over de absolutistische wijsheid en trekjes van de prinses.
-’t Is toch spijtig, eerwaarde, dat we door dwaze parlementaire modernistische wetten geen kinderen meer kunnen laten castreren. We missen hun engelengeluidjes in de kerken, operahuizen en schouwburgen en zelfs “au lit”, pendant le thé, le caramel et le petit dej.
Mijn god, dacht Fonsnie in zichzelf gekeerd, ik heb een monster geschapen en gevormd.
Maar dat was een beetje blufpokerspelen van de kant van de prinses.
Ze hield ervan te plagen. Ze verveelde zich zo te pletter ten huize van Paleis Ter Baeken. Alles was zo gereglementeerd en gereguleerd door de hofcompromissen met de parlementaire dictatuur. Ze kon toch niet elke dag van haar gat geven in Home Hirondel om zich af te reageren tegen de wetten der burgerlijke middelmatigheid. Ze had nu al veel te veel schoenen en kleedjes in de kast. Het uitbarsten van de wanden stond op het spel of zoals Fonsnie dat ooit cryptisch neerpende:
“Quand les cadavres coûtent trop cher, il faut arrêter d’urgence l’achat de la mort sans profit direct ou indirect”.


4.
Op een afgesproken geïmproviseerde dag bezocht ze het Graf van de Onbekende Gesneuvelde in het centrum van hoofdstad Onbemind.
Ze was gekleed als de travestiet Jeanne der Arken maar liet één borst onbedekt. Haar prinselijke tepel was bloedrood gekleurd met zwarte randjes.
-Dit is mijn eerbetoon aan de vrijheidsstrijders die de Amazones waren, verklaarde ze aan de verzameld opgetrommelde pers.
-Niet enkel mannen zijn geduchte krijgers, zo vervolgde ze ondersteund door de decibels van DJ HiV, vrouwen zijn als het erop aankomt nog betere en meer te duchten soldaten.
La défense du foyer va de soit et est sans & équivoque ou possibilité d’un SURRENDER.
De perskakkerlakken werden zot door deze stunt van prinses Fluwelen Zijde. Wat een scoop deelde zij opnieuw graties uit.
De SSD wist niet hoe hierop te reageren zonder meer brokken te maken. De dienst was in “Vitesse” genomen en blonk uit in het geven van “geen commentaar”, laat staan in de één of andere vorm van actie of reactie.
De coalitie der verontwaardigde achtergestelde burgers protesteerde luidkeels tegen het gebeuren en noemde dit via haar eigen perskanalen “een oprechte schending van de openbare zeden, van het koninklijk belang en een aanfluiting, zelfs meer, een kaakslag van de zielenrust der gesneuvelde helden voor het vaderland”.
BLOTE PRINSESTIET STAASGEVAARLIJKER DAN KANON DIKKE PERTAL, was het commentaar van het satirisch vlugschrift Bahlieter.
LA PATRIE DU MYSTIQUE ET RUSTIQUE SEIN GAUCHE, enchaineerde een blogger uit Franschland op het Internet.
De prinses kreeg de onmiddellijke en onvoorwaardelijke steun van het Veministies Verbond, de Partij der Naturisten en de Partij der herdoopte histories Verdrukten (een wel doordachte naamsverandering is altijd een goede PR zet).
Die gingen zelfs zo ver tot het verspreiden van een verzonnen conservatief complot tot een staatsgreep om de democratisch gezinde monarchie af te zetten door een persoonlijke aanval op een vrijheidslievende paarse prinses. Een achterhaalde moraal wordt moordwapen wellicht, zo fluisterden de rode militanten op hun nachtelijke vergaderingen, afgeluisterd en geïnfiltreerd door de SSD.
Graffiti verschenen overal op de muren van hoofdstad Onbemind:
WEERSTAND WORDT EEN ZIJDE VAN FLUWEEL.
Fluweeltje had haar stunt echter vooraf besproken en gepland met mentor pater Fonsnie.
Beiden hadden in voorbereiding hierop een bedrijfje opgericht met sociale zetel in het landje Bolen (Xtreem
katholisch).
De firma (een VZW uiteraard) commercialiseerde foto’s van de prinses met de ontblootte tiet. Het werd een prachtige uitgave in diagonaal met aan de ene kant de afbeelding van prinses FZ en aan de andere kant van de schuine lijn een historische prent van de heilige maagd die kindje Jezufke de borst geeft. Op de achterkant van dit nieuwste en actueel heiligenbeeldeke een tekst in meerdere talen:
Wie dit aanstootgevend vindt, werpe niet de eerste steen want hij is de waarachtige ketter.
Meerdere foto’s in de vorm van een Tarotkaartspel werden aan dumpingprijzen verkocht, zelfs via de nightshops van de lokale Boslimgemeenschap.
Handgetekende foto’s door de prinses werden dan weeral per opbod verkocht via de Internetsite V-Day & Beyond.
Al het gestorte geld werd (beperkt) doorgestort aan wel uitverkoren en uitgekozen katholieke doelen. Deze vormde ter compensatie een ondoordringbaar cordon humanitair rond het duo Fluwelen Zijde / Fonsnie.
“Spontane” manifestaties in de hoofdstad grepen plaats met de enthousiaste deelname van migranten, royalisten, roden, groenen en zelfs liberale libertijnen. Allen gingen tekeer tegen de onnozelheid der reactie van de verontwaardigden.
Vlaggen met de naakte prinsesborst op de achtergrond van de nationale driekleur doken overal op en verschenen in het verbaasde spontane straatbeeld. Ze werden uit de ramen van huiskamers gehangen met verzonnen slogans zoals:
-Vive le Sein Royal et Divin de notre Dynastie Populaire
-Prinses Fluwelen Zijde laaft de dorst der verdwenen soldaten van de vergetelheid. Haar vlees is woord geworden. Het woord wordt wederopstanding in de tentoonstelling van haar eigen Vlees. Le partage du corps est sublime.
-Vive notre reine future depuis la montagne magique de son sein gauche jusque la marée basse droite de son plat pays
Deze laatste volkse creatie werd aanstonds uit het straatbeeld verwijderd op hardhandige wijze door de agenten van de SSB.
Het plebs mag gepoesjd spontaan creativiteit uiten maar moet vooral niet overdrijven. Begeleide creativiteit heette dat in de interne memo’s van de SSB.
Zelfs paterke Fonsnie begon ongerust te worden over de bedoelingen en de plotse populariteit van zijn pupil maar FZ stelde hem gerust. De hele heisa deed het korte overlijdensbericht vergeten van nonkel Hasj Pee.
HITSIG PAARD DOOD GEVONDEN MET EEN PAARDENKOP IN BED TEN HUIZE VAN HOME HIRONDEL.
Een vreemde wortel in de kont van het slachtoffer bracht een olijke reporter op het idee van een dader in de vorm of vermomming van een reusachtig konijn.
KONIJNAANSLAG IN LUXE BORDEEL OP AFGEVALLEN LID VAN DE KONINKLIJKE FAMILIE, zo blokletterde de schandaalkrant OZON & MAAN.
HARVEY EST DE RETOUR, was de kop in het onleesbare filmmaandblad MISTYPLUS.
Geen haan kraaide of stelde vragen over het lot van oom Hiet Pjekke in de dagen die op zijn overlijden volgden.
Enkel de pornoshops op de Méprisminuiselaan betreurden het verlies van een regelmatige klant. Sommigen zagen een faling reeds aankomen.
Buiten een kortstondig eenmalig bericht tussen P 25 en P 34 kozen de meeste frutgazetten voor een navolgend zwijgen.
Wij hebben onze journalistieke plicht gedaan en het gebeuren vermeld. Het is ten slotte een triviale anekdote, zo was de toonaangevende teneur in bijna alle nieuwsmedia.
Ondertussen doken meer en meer foto’s op van de “heilige prinses met de ontblootte boezem” en verkochten kranten als nooit tevoren, als zoete broodjes, dank U Fluwelen Zijde…
We owe you one.

Fonsnie rapporteerde listig aan de spionnen van zijn orde binnen het Vatibaan over de geprovoceerde evoluties binnen het kleine maar oh zo belangrijke koninkrijk Middelroadrot.
Paus Flipperkast de Tweede werd enigszins ongerust.
-Straks moet ik die kuttige trut nog heilig verklaren en gaan toekomstige generaties mij uitlachen zoals niemand tevoren in de rijk gevulde geschiedenis der stommiteiten van Vatibaanstad, zuchtte hij na de dagelijkse groet op het Balkon der Weelderige Onwetendheid.
Eén van zijn naaste raadgevers (een agent van Fonsnie, uiteraard) stelde hem de denkpiste voor van de Zaligverklaring van de Zijdige Tiet, gekoppeld aan de oprichting van een Duurzame Orde voor Notabelen.
Het dure lidmaatschap voor de happy few kon dan weeral noodlijdende kerken ondersteunen.
Flipperkast herkende onmiddellijk de perfide geest van Fonsnie achter dit alles maar moest ook rekening houden met de klachten over ineenstortende daken en vallende klokken van zovele dorpse landelijklijdende parochies.
-En wie het platteland verliest of verguist, kan daarna nooit de steden heroveren, zo luidde een gedachte van Fonsnie uit zijn verboden en daardoor immens populaire Hemelsblauwrood Boekske.
Dus Vatibaanstad en zijn waanzinnige curie capituleerden en gingen over tot een buitenzinnelijke campagne Ter Verdediging van de Heilige Tieten sinds de Onbevlekte Gevangenschap van Mama Pristus tot Mélanie Fluwelen Zijde, de wettige dochter van de katholieke koning Zakpatat 3.
De tet ondersteund door een zwarte jarretel werd een begeerde commerciële PIN die gretig verzameld werd door de rijkste verzamelaars van dat soort kleinoden en godsdienstige erfstukken.
Naast de veel verkochte beentjes van de profeet Pristus werd de Fluwelen Tiet wellicht het populairste item en relikwie der Lage en Hoogste Landen naast de Boordzee.
-Er zijn ondertussen al zoveel beentjes van Pristus opgedoken dat het wel een dinosaurus moet geweest zijn, zo grapte FZ tegenover Fonsnie.
-Ma chère, tu dois savoir quand c’est le moment de te taire,
brulde de jezuïet haar toe.
-Ge moet nu ook niet overdrijven en u enigszins bescheiden opstellen, zo completeerde hij zijn betoog.
-Maar ge klinkt precies zoals wijlen mijn oom en die manier van denken hebt ge me nooit geleerd, paterke Fonsnie, protesteerde prinses aFZetterke. La maladie de la modestie est de privilège des peuples subordonnés ou pas?
-Helaas, mijn kind, ik heb U zwaar onderschat omdat ge lid zijt van de vermaledijde vrouwelijke soort; eigenlijk ben ik het slachtoffer geworden van het absurde mannelijke dominantiedenken, beaamde de neergeslagen pater.
-Ne t’en fais pas, mon curé puissant, derrière chaque femme forte il y a un homme encore plus important au niveau des vrais pouvoirs.
-Zijdeke, het is goed en vrijgevig van u om mij te troosten maar ik geloof er niks van.
-Vous ne croyez pas, mon père?
-Je n’ai jamais cru de ma vie excepté dans la vision de la viande crue, mompelde Fonsie.
Beiden keken mekaar in de wederzijdse pretoogjes en giechelden enkele seconden.
-Ach, zuchtte Fluwelen Zijde, spijtig dat ge zoveel van schandknaapjes houdt; ik zou u met liefde verpletteren “entre mes hanches et mes reins, comme une vraie reine, quoi”.
-Ik ben uw oom niet, oogappelke. Ik ben het geheime zwarte schaap verbannen uit de Royale familiegeschiedenis en zal wellicht eindigen als voetnoot in toekomstig historische boekskes.
-Alle macht aan de voetnoten, gilde FZ want ze was ondertussen gewoon geraakt aan de retoriek van de herdoopte Partij der Verdrukten. Ze vond het daarenboven grappig dat vele manieren van denken en uitdrukken niet essentieel verschilden van de Verzamelde Oekemenische WereldPijpelsgeschriften.
-Voetnoten zijn de Macht, want zo klein gedrukt dat ze onleesbaar zijn voor de meesten onder ons, repliceerde Fonsnie.
-Mais mon père: wie schrijft die voetnoten behalve Wij, Majestatis Pluralis, of door ons betaalde Xperten?
-Je gaat ons nog allemaal vermoorden met je spitse intellect, Zijdeke.
-Overleven, bedoel je, hoop ik.
-L’espoir est une poire dans la Guelle du Loup
(iets dat hij had neergeschreven in zijn jonge jaren en nog steeds herhaald werd in zijn Hemelsblauwrood Boekske).
Met deze woordenwisseling eindigt het officiële 2de deel van de avonturen van prinses Mélanie der Fluwelen Zijde.

Alhoewel, zoals steeds wilde Mél het laatste woord en dus orakelde zij onbegrijpelijk voor de afluisterapparatuur van agent XX13:
-Pimpelmezen zijn de duurste hoeren.
-Tu viens à nouveau de faire monter ta côte en bourse,
mompelde de Jezuïet terwijl hij zijn laatste adem uitblies want Zijdeke had hem de sublieme gifbeker der onwetende filosofen aangeboden.
-Tu vas me manquer mon père…
Zij barstte daarna spontaan in vrolijk zingen uit :
-I am simply the best in a kingdom of fools or worse than fools. I am a material girl. I am THE material girl.
En chantant uit volle borst ontblootte zij nu haar beide borsten voor de verbazende ogen van agent XX13 die in de valkuil trapte en on the spot haar gesolliciteerde minnaar werd.
Dit is een verhaal met voorspelbare dodelijke afloop, schreef hij in het geheim op, want zelfs hij had zich neer te leggen bij het noodlot en de onvermijdelijkheid van het 2de deel van deze volksvertelling over hoog en laag, laag en hoog, hoog en nog hoger, laag en nog lager, lager dan laag en nog hoger dan hoog…

 A. Marti, juli 2014, in de Orchidee


(PS het eerste deel van deze vertelling wordt bewaard in de archieven van Vatibaanstad en kon de schrijver helaas niet inkijken)


zondag 20 juli 2014

Vlucht MH 17

Facing the mountain
Opgedragen aan de slachtoffers van vlucht MH17

In het aangezicht van de berg wil ik sterven
of ten minste mij overgeven aan een kracht die mij blijvend overstijgt.
Neen, ik bedoel hiermee niet de één of andere sukkelgod.
Voor mij zijn goden kwalijk afgeschoten warmtezoekers gemaakt door mensenhanden met misdadige bedoelingen.
Ze proberen ons leven te controleren door angst en zondebesef en vernietigen desnoods graties de natuurlijke schepping.
Het is de kracht van de natuur die ik bemin, de natuur gevormd door geologische slijtage die mij interesseert.
Ik probeer me voor te stellen hoe het landschap eruit zag alvorens de langzame erosie toesloeg maar dat gaat mijn hedendaags begrip helemaal te boven.
De aftakeling van een gemaakt conflict daarentegen is voorspelbaar in zijn vernietigende eenvoud.

Ik gaap mijn ogen leeg en tracht mijn adem in wind te transformeren in de doodstille vallei.
Sneeuw op de toppen imiteert ratelslang en lacht mijn stuntelende poging uit.

De handen op het stuur spelen brandweerman, spuiten water op de verbaasde flanken.
De berg koelt niet af maar biedt het schouwspel aan van een kunstmatige waterval ; een levende sculptuur van de vraag hoe leven met dood te overbruggen zonder hangbrug en veiligheidsnet.
Het is de vrije val die ik koester, de vrijheid van het sterven op het zelf gekozen moment, la liberté de ceux qui n’ont pas peur de la mort car la mort fait naître la vie.
Eigenaardig genoeg wordt dat uitgelegd door allerhande Xperten als accute depressie, een stoornis in de hersenen die te genezen is met peperdure pillen of why not : een terugkeer naar de goede, oude lobotomie. Laten we kerven om hem de dwaze gelukzaligheid op te dringen. Het is in zijn en het algemeen belang.
Zo kun je alles uitleggen, nietwaar.
Straks verplichten ze nog de inname van medicijnen tegen de ongewenste ziekte der opstandigheid, op kosten van de sociale zekerheid en geen machtshebber zou hierop willen bezuinigen.

De top van de ijsberg knikt instemmend.
Je hebt iets begrepen, sterveling, orakelt hij ijskoud.
Puin valt naar beneden en wordt mijn beschermend graf.
De opgetrommelde Xperten van de macht zoeken tevergeefs naar de zwarte doos van de berg.
Ik slaap in vrede…
De wrakstukken worden wakker door de stank van verboden te verplaatsen lijken.
Ze geven mij gelijk. De aarde rouwt en koelt af onder het rode korenveld. De zandkorrels hebben geen te vermelden nationaliteiten in de gazetten der verminkte waarheden.


Guido Vermeulen
Juli 2014
In de Orchidee